Doen als de beste manier van denken volgens ChatGPT

100% Antwoord van ChatGPT:

Er wordt vaak gezegd dat ‘doen’ de beste manier van denken is, omdat het praktische ervaring en feedback oplevert die moeilijk te verkrijgen zijn door alleen te denken of te plannen. Hier zijn een paar redenen waarom ‘doen’ zo belangrijk is:

  1. Praktische ervaring: Door dingen te doen, krijgen we praktische ervaring die ons helpt om onze vaardigheden te ontwikkelen en te verbeteren. We leren niet alleen hoe we dingen moeten doen, maar ook wat werkt en wat niet werkt. Deze praktische ervaring kan niet altijd worden verkregen door alleen te denken of te plannen.
  2. Feedback: Door te doen krijgen we feedback van anderen en van de resultaten die we bereiken. Deze feedback kan ons helpen om te begrijpen wat we goed doen en wat we moeten verbeteren. Door deze feedback kunnen we ons denken en onze acties aanpassen en verbeteren.
  3. Creativiteit en innovatie: Door te doen kunnen we experimenteren met nieuwe ideeën en deze in de praktijk brengen. Dit kan leiden tot creatieve oplossingen en innovatieve ideeën die anders nooit zouden zijn ontstaan als we alleen maar hadden gedacht of gepland.
  4. Motivatie: Door te doen en resultaten te zien, worden we gemotiveerd om door te gaan en meer te bereiken. Dit kan ons helpen om uitdagende doelen te stellen en ze te bereiken, wat ons zelfvertrouwen vergroot en ons in staat stelt om meer te bereiken.
  5. Risico’s nemen: Door te doen, kunnen we risico’s nemen en nieuwe kansen benutten die anders misschien niet zouden worden ontdekt. Dit kan ons helpen om nieuwe gebieden te verkennen en ons potentieel te vergroten.

Kortom, door te doen kunnen we praktische ervaring en feedback opdoen, onze creativiteit en innovatie stimuleren, onze motivatie vergroten, risico’s nemen en ons potentieel vergroten. Daarom wordt ‘doen’ vaak beschouwd als de beste manier van denken.

We approve this message – Vrije Denkers

Waarom meer improviseren en experimenteren?

Improviseren en experimenteren zijn beide waardevolle vaardigheden en hebben verschillende voordelen:

  1. Creativiteit bevorderen: Door te improviseren en experimenteren word je gestimuleerd om nieuwe ideeën te bedenken en creatieve oplossingen te vinden. Het helpt je om buiten de gebaande paden te denken en nieuwe mogelijkheden te ontdekken.
  2. Flexibiliteit vergroten: Improvisatie en experimenten helpen je om flexibeler te worden in het omgaan met veranderingen en onverwachte situaties. Dit kan nuttig zijn in het dagelijks leven en op het werk, waar vaak onvoorziene gebeurtenissen kunnen optreden.
  3. Leren van fouten: Bij improvisatie en experimenten is het onvermijdelijk dat er fouten worden gemaakt. Door deze fouten te analyseren en te leren van wat er mis ging, kun je jezelf verbeteren en groeien.
  4. Probleemoplossend vermogen vergroten: Improvisatie en experimenten kunnen je helpen om je probleemoplossend vermogen te vergroten. Door te experimenteren met verschillende benaderingen, kun je nieuwe manieren ontdekken om problemen op te lossen en effectiever te worden in het vinden van oplossingen.
  5. Zelfvertrouwen vergroten: Door te improviseren en experimenteren ontwikkel je jezelf als persoon en als professional. Je leert omgaan met onzekerheid, risico’s nemen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dit kan bijdragen aan het vergroten van je zelfvertrouwen en veerkracht.

Kortom, improviserende en experimenterende vaardigheden bieden vele voordelen, waaronder het bevorderen van creativiteit, het vergroten van flexibiliteit en probleemoplossend vermogen en het vergroten van zelfvertrouwen.

Waarom is ‘nu’ beter dan ‘binnenkort’?

Het is gemakkelijk om vast te zitten in het idee dat iets beter zal zijn in de toekomst. We stellen uit, denken dat we niet klaar zijn, of denken dat we iets anders nodig hebben om te beginnen.

De waarheid is dat “nu” beter is dan “binnenkort”, om vijf redenen:

  1. Er is nooit een perfect moment

Als we wachten op het perfecte moment om iets te doen, dan zullen we waarschijnlijk nooit beginnen. Er zal altijd iets zijn dat we denken dat we eerst moeten oplossen, of we denken dat we meer tijd, geld, of middelen nodig hebben. Maar als we blijven wachten, kunnen we kansen mislopen en onszelf belemmeren in onze persoonlijke groei en ontwikkeling.

  1. Het geeft ons meer controle

Als we nu beginnen, hebben we meer controle over het resultaat dan wanneer we later beginnen. Als we wachten, kunnen externe factoren zoals veranderingen in de markt of onverwachte gebeurtenissen ons pad veranderen. Maar als we nu beginnen, hebben we meer invloed op de uitkomst van ons doel.

  1. Het vermindert stress

Wachten tot later kan veel stress veroorzaken. We denken misschien constant aan wat we moeten doen en wanneer we het moeten doen. Maar als we nu beginnen, verlichten we die stress en voelen we ons productiever en meer ontspannen.

  1. Het vergroot onze motivatie

Door nu te beginnen, vergroten we onze motivatie. Het is gemakkelijk om uitstelgedrag te vertonen en te denken dat we nog genoeg tijd hebben. Eenmaal in tijdnood raken we snel gedemotiveerd. Maar als we nu beginnen, zien we meteen resultaten en dat stimuleert ons om door te gaan en ons doel te bereiken.

  1. We leren meer door te doen

Door nu te beginnen, leren we meer dan wanneer we later beginnen. We kunnen onze vaardigheden en kennis ontwikkelen door in de praktijk te brengen wat we willen bereiken. Door te doen, leren we van onze fouten en kunnen we onszelf verbeteren.

Kortom, nu is beter dan binnenkort omdat er nooit een perfect moment is, we meer controle hebben, het stress vermindert, het onze motivatie vergroot, en we meer leren door te doen. Dus, als er iets is wat we willen bereiken, is het belangrijk om nu te beginnen en ons doel stap ná (in plaats van voor) stap te bereiken.

Als je je niet schaamt voor de eerste versie…

Als je je niet schaamt voor de eerste versie

Stel je hebt een idee om iets te doen, je weet nog niet of het een goed idee is, of het kans van slagen heeft, of het bijdraagt aan de bedoeling, maar het lijkt een goed idee.

Wat voelt het dan goed om:

  1. Alles eerst goed op een rijtje te zetten.
  2. De voors en tegens te bedenken.
  3. Te bedenken wat anderen er van vinden.
  4. Risico’s in kaart te brengen
  5. Te bedenken hoe je die risico’s zoveel mogelijk kan beperken.
  6. Een plan te maken.
  7. Te ‘vergaderen’ over het plan
  8. Weer bij 1 te beginnen (want het kan altijd nog iets beter/anders/mooier)

Hoe vaak doorloop je deze stappen voor je werkelijk iets doet?

Seth Godin heeft ons de uitspraak gegeven :

“Als je je niet schaamt voor de eerste versie van je product heb je het te laat gelanceerd”

Eigenlijk geldt dit voor alle dingen die we doen: als het ‘veilig’ voelt om over te stappen van denken naar doen heb je te lang gewacht.

Hoeveel stappen kun jij overslaan om een eerste ervaring op te doen, een Stap 1 te zetten?
Hoe zorg je ervoor dat je leert van de ervaring die je hebt opgedaan?
Hoe zet je die ervaring om in een nieuwe Stap 1?

En vooral, wat ga je doen met de tijd die je dan over hebt?

lees ook: Onaffe ideeën sneller delen

‘Beter’ is slimmer dan ‘luider’

Promotie gruwel

Nog harder duwen.

Meer advertenties plaatsen.

Mensen spammen.

Hun aandacht onderbreken.

Het logo groter maken.

Opnieuw posten.

Vaker posten.

Meer onzin toevoegen.

Persberichten uitdoen naar irrelevante mensen.

Nog een advertentie doen.

Artificiële Intelligentie gebruiken om nep-intimiteit te creëren.

De boodschap ‘uitrollen’.

Meer aandacht op je vestigen.

Vertrouwen verkwanselen.

In de afgelopen veertig jaar is het aantal promoties exponentieel gestegen. Tegelijkertijd is het succes van gepromote content, producten en diensten nauwelijks toegenomen.

Het geheim is niet om je te concentreren op je promo.

Het geheim is om iets te creëren waar de mensen die je bedient over willen vertellen aan anderen.

Als andere mensen jouw promo doen, dan is het geen promo. Dan is het passie en delen en vrijgevigheid in de gemeenschap.

‘Beter’ is slimmer dan ‘luider’.

Vrije vertaling van Seth Godin’s Promo Creep

Veel marketing- en communicatiestrategieën zijn gericht op een zo groot mogelijk publiek. Het creëren van een zo groot mogelijk bereik. In de veronderstelling dat automatisch een bepaald percentage zich aangesproken voelt en reageert. Liefst natuurlijk ook koopt, want om die conversie was het immers allemaal te doen. Elke euro aan Marcom-budget moet zich liefst vertalen in meerdere Euro’s omzet. Of op z’n minst leiden tot verbetering van naamsbekendheid.

Wij werken ‘by-design’ niet met deze traditionele aanpak. 

Wij hebben géén marketingplan, géén communicatieplan, géén marktsegmentering, géén verkoopplan, géén businessplan, géén groeidoelstelling. Wij zijn ervan overtuigd dat (de kwaliteit en de werking van) onze Vrije Denkers producten zichzelf verkoopt. Op basis van ‘horen-zeggen’ zichzelf dus vermeerderd.

Die ‘van horen zeggen’ strategie werkt uitstekend …. tenzij ongebruikelijke maatregelen zoals die rond Corona stokken in de wielen steekt. Immers, als klanten geen bijeenkomsten mógen organiseren, dan hebben wij ook geen podium. En geen inkomsten dus. En als we geen stage-presence hebben dan kunnen we ons product ook niet laten zien aan nieuwe potentiële klanten. Daar hebben we post-corona nog steeds de naweeën van.

We hebben ons salaris ook al bijna drie jaar op een minimumloon staan en onze pas opgebouwde oudedagsreserve al flink moeten (en kunnen!) inzetten voor dat doel.

De neiging ontstond bijna om dan toch maar weer de traditionele manier van marketing en communicatie in te gaan zetten en scenario’s en plannen te gaan maken….

… maar nu komt het. 

We zouden het namelijk zeker niet hebben gered als we ook niet enorm loyale en fijne klanten zouden hebben waarop we konden voortbouwen.

Uitspraken van enkele van onze relaties – ongevraagd en onverwacht:

‘Jullie zullen het wel zwaar hebben in deze periode, stuur maar een factuur dan hebben jullie een goede kerst en dan zien we volgend jaar wel hoe we dat gaan benutten’ – klant in werkmatching

‘Wij willen graag jullie online boeken, dat is er nog niet, maar maak het graag voor ons dan heb je een product dat je vaker in deze lastige periode kan inzetten’ – klant in de lokale overheid

‘Bijeenkomst is door de maatregelen helaas gecanceld, maar stuur graag een gedeelte van de factuur zodat jullie vooruit kunnen, dan kunnen we jullie inhuren als het weer kan’ – klant in de centrale overheid

‘We gaan aan de bovenkant van jullie bandbreedte zitten omdat het product zowel goed was als dat wij jullie graag extra willen waarderen in deze voor iedereen lastige periode’ – klant in commerciële sector

‘Wij willen heel graag dat jullie op ons festival de afsluiting verzorgen als ons cadeau naar jullie, maar ook als waardevol cadeau van ons beide voor onze relaties en festivalgangers’ – zakelijk partner

Het heeft ons meer dan ooit doen beseffen dat een goed product leveren, relaties koesteren en elkaar iets gunnen iets prachtigs is. En de noodzakelijke continuïteit biedt.

Wij zetten het open geheim waarover Seth spreekt in zijn blog vol in. ‘Beter’ in plaats van ‘luider’. Specifieker in plaats van algemener. Persoonlijker in plaats van anoniemer. Kleiner in plaats van groter. 

Van ons zul je geen schreeuwerige advertenties zien. Geen onzinnige promotie. Een enkele keer ludiek misschien. We schieten niet met hagel, wel met scherp. We laten graag zien wat we doen en waar we gepassioneerd over zijn. We schudden mensen graag de hand en kijken ze liever in de ogen dan dat we hun aandacht ongevraagd stelen op sociale media. We nodigen mensen graag uit op onze relatie-bijeenkomsten. Of op onze sessies bij andere klanten. Samen in vrijheid waarde creëren is immers onze hoogste ‘bedoeling’.

Dus wil je ons eens zien ergens omdat je nieuwsgierig bent of denk je erover om ons in te huren laat weten (mail naar info@vrijedenkers.nl ), dan vragen we onze nieuwste klanten of je erbij mag zijn. 

Elke verandering kan in twee minuten starten. 

Als je een nieuwe gewoonte wilt aanleren dan gaat je dan nooit lukken in twee minuten. Maar elke nieuwe gewoonte kan wel altijd starten in twee minuten.

Laat dat eens op je inwerken.

Het is een eenvoudige gedachte, maar bijzonder sterk omdat je de focus verlegt van de finishlijn (een nieuwe gewoonte te hebben aangeleerd of doel te hebben gehaald op een door jou gewenst moment ergens in de toekomst) naar de startlijn (namelijk twee minuten die je nú kan laten ingaan).

Het gaat om het omzetten van intentie (langere termijn doel) naar gedrag (snelste eerste bewijs dat je kan leveren in de richting van jouw intentie).

Zoals James Clear (zie hieronder) dat prachtig aangeeft, de motivatie die mensen zoeken om het lange termijndoel te gaan halen komt nooit vooraf, maar komt hoogstwaarschijnlijk wel na die eerste twee minuten iets in gang te hebben gezet.

Ik ervaar dat zelf ook. 

Ik wil afvallen van 89 kilo (1 januari 2023) naar 78 kilo (liefst voor de zomer ergens). En geloof me dat is een hele klus als je snelheid van spijsvertering op standje ‘laag’ staat. Helaas is dat een puur biologisch verschijnsel naarmate de leeftijd toeneemt. Kortom, ik moet iets meer doen.

Ter illustratie.

Ik sport drie keer in de week. Sta dan om 5.00 op om te douchen en om 6.00 uur wil ik op de sportschool zijn. Dan doe ik daar allerlei work-outs om in de richting van mijn doel van die 78 kilo te komen. En het is frustrerend te zien dat ik al drie weken rond de 86 kilo schommel terwijl ik onder begeleiding sport, intermittend vast en in nauw overleg met mijn sportbegeleider op een caloriearm schema de dag doorworstel. Ik snap heel goed waarom veel mensen bedanken voor die zelfkastijding en dus afhaken.

Toch houd ik het makkelijk vol omdat ik twee dingen doe: (1) Ik focus me exclusief op de eerste twee minuten nadat de wekker afgaat. En geloof me die zijn het allermoeilijkst. ‘Ik heb slaap nodig’, ‘ik heb spierpijn, m’n lijf heeft rust nodig’, ‘ik moet m’n dochter zo naar school brengen’, ‘ik heb vandaag m’n energie nodig voor een presentatie’, ‘ik ben echt zo moe’, ‘Ik voel me ziekjes…’ …. dat hoofd klept maar door in die twee minuten om 5.00 uur om te duiden dat nú opstaan om te gaan sporten toch echt niet hoeft. (2) Dan schakel ik bewust om in mijn hoofd naar mijn innige bedoeling om een gezonde vader te willen zijn voor mijn dochter, een vitale vriend voor mijn vriendin en een fitte collega voor Patrick om vrij te kunnen blijven denken en doen. Let op deze identiteits-argumenten zijn fundamenteel anders dan mijn eendimensionale doelargument om van 89 kilo naar 78 kilo terug te gaan. 

Vanuit die identiteitbedoeling trek ik dan heel gemakkelijk dat warme dekbed weg, schuif m’n sloffen de kou in en ga douchen. Daarna is alles bijzonder eenvoudig. Eenmaal de douch te hebben verlaten is het immers een kwestie van spullen pakken en gaan. Supereenvoudig in verhouding tot de zelfterreur en zelfsabotage die je in je eigen hoofd in gang zet in de eerste twee beslissende minuten nadat de wekker gaat.

En die zelfsabotage geldt voor heel veel situaties en doelen die je jezelf stelt. 

Tip dus: (1) breng alles wat je wilt bereiken terug naar een eerste 2-minuten actie en (2) zet doelen (SMART geformuleerd vaak) om in een bedoeling (identiteit, wie of wat wil je zelf zijn). 

Die laatste is essentieel omdat je met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid blijft liggen als je alleen die 78 kilo wilt halen of als je die 78 gehaald hebt. Immers je innerlijke sabotagestem maakt dan snel aannemelijk dat je makkelijk een ‘dagje’ blijven liggen of helemaal blijven liggen als die 78 kilo bereikt is. 

Maar een intense bedoeling een gezonde vader, vitale vriend en fitte collega te zijn zorgt dat je die klepzeur in je hoofd de mond snoert en vervolgens met meer energie en betekenis die eerste twee minuten in gaat en vervolgens een beweging inzet die je niet meer stopt.

Een pleidooi voor grensopzoekend gedrag!

Het ene voorval van grensoverschrijdend gedrag is nog niet verwerkt of de volgende dient zich alweer aan. Er is sinds de uitzending van Tim Hofman’s blootlegging van de misstanden bij the Voice een kettingreactie van ongenoemd, ongezien en onverwerkt leed van slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag ontstaan en zichtbaar geworden.

En ik ben blij dat de deksel van die put er steeds verder af gaat. Natuurlijk in de hoop én de verwachting dat we een moedige stap zullen zetten in ons collectieve bewustzijn van omgangsvormen. Dat we steeds beter en met respect met elkaar leren omgaan. Het lijkt een vanzelfsprekende en logische route, maar is in de praktijk toch ingewikkelder dan gedacht.

Het is ingewikkeld omdat in het spel van leiding en verleiding zowel kansen als gevaren liggen opgesloten. Geef je te veel sturing dan wordt je organisatie broos, afhankelijk en voedt het macht en controle. Geef je te weinig sturing dan zullen gebrek aan daadkracht en visie je worden toebedeeld en ligt tevens inefficiency op de loer. Net zoals teveel verleiding al snel opdringerig is en te weinig verleiding als gebrek aan interesse en betrokkenheid kan worden ervaren. 

In de zoektocht naar hoe we beter met elkaar kunnen omgaan, ons beter tot elkaar leren verhouden, zowel zakelijk als vanuit romantisch perspectief, zie ik regelmatig onzekerheid, verwarring en verstarring. Verwarring en verstarring bij zowel mannen als vrouwen (als ook mensen die niet in deze categorieen passen) in de omgang, de leiding en de verleiding. Wat kan wel? Wat kan niet? 

En het antwoord daarop is niet eenduidig te geven. Elke situatie is immers uniek. Er zijn echt geen twee situaties met elkaar vergelijkbaar. Dat maakt het mooi én ingewikkeld tegelijkertijd. Het is mooi omdat het verkennen en ontginnen van elkaars energie en toewijding een van de mooiste natuurverschijnselen is. De ene persoon wordt aangemoedigd door los te laten. De ander door gerichte instructie. De ene persoon wil verleid worden, de ander is er niet van gediend. En dat kan zelfs dezelfde persoon zijn op verschillende momenten of per situatie verschillen. En het is ingewikkeld omdat je het met elkaar moet onderzoeken en uitvinden. Voor omgangsvormen zijn geen vaste protocollen en geen standaard aanvliegroutes. En dus gaat het bijna per definitie met horten en stoten.

En precies dát mét elkaar onderzoeken en uitvinden kan op vele manieren. Het werkt in elk geval niet als je grenzen overschrijdt. Als het horten en stoten ongenuanceerd plaatsvindt en ondraaglijke pijn veroorzaakt. Op die manier gaat wederzijds respect en vertrouwen als basis immers verloren en verandert pijn in leed.

Grenzen kunnen wel met elkaar worden opgezocht en desnoods worden verlegd, maar nooit zonder respect en vertrouwen als basis. Grenzen opzoeken en verleggen doet ook vaak pijn. En ongemak is bijna niet te voorkomen. De oorspronkelijke grenzen waren er immers niet voor niets. Groei zonder pijn bestaat simpelweg niet, maar het is draaglijk en tijdelijk. Als noodzakelijk offer en bijproduct van die groei.

The secret of joy is the mastery of pain’ – Anaïs Nin

Met alle vreselijke voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag kun je al snel besluiten om de grens dan maar niet meer op te zoeken en er ver vandaan te blijven. Uit zelfbehoud of voorzorg. Begrijpelijk, maar tegelijkertijd ook dodelijk. Dodelijk voor de energie en de dynamiek. Dodelijk voor de passie. Dodelijk voor de vooruitgang. Maar vooral dodelijk voor het vermogen om goed te kunnen leiden of te verleiden. Geleid te worden of verleid te worden.

Blijf grenzen opzoeken. Verleg ze met elkaar in de richting van verbetering en vernieuwing. Wordt het te spannend, overleg en vindt een nieuwe weg. Wordt het te saai, overleg en vindt een nieuwe weg. Stop nooit met het opzoeken van grenzen, maar houdt het met elkaar wel veilig en blijf werken aan het onderlinge vertrouwen.

PS. Mocht je dan toch onverhoopt of onbedoeld een keer een grens passeren dan ben je een sufferd, misschien zelfs een klootzak, een oetlul of een vrouwelijke variant daarvan, maar blijf dan in contact, biedt je excuses aan, erken je misstap, werk keihard mee aan een oplossing voor de ander. En niet in de laatste plaats, werk aan een oplossing voor jezelf.

Alleen een bosje bloemen als bedankje

bosje bloemen

Je zal maar 49 jaar voor dezelfde organisatie aan het bed gewerkt hebben en bij een leeftijd van ruim 67 jaar met pensioen moeten met alleen een bosje bloemen als waardering…

In 2018 verbaasde ik me over de reacties op mensen die ontslag namen zonder dat ze al een nieuwe baan op het oog hadden. De blog die ik hier over schreef “Maar je hebt helemaal nog geen nieuwe baan!” is nog steeds één van de best gelezen blogs. Inmiddels zijn we een een aantal jaar verder wordt er zelfs gesproken over de “Great Resignation”: een situatie waarin een steeds groter percentage mensen wereldwijd zijn/haar baan opzegt omdat ze niet blij zijn in hun huidige baan.

Dat kan natuurlijk allerlei oorzaken hebben. Ik hoop dat het vooral te maken heeft met het feit dat we steeds meer gaan nadenken over wat nu echt van waarde is, voor onszelf en voor onze omgeving. Dat je op zoek bent naar jouw talenten en hoe je die op een plezierige manier kan en wil inzetten voor jouw omgeving. Ik hoop ook dat als dat plezier weg is je daar ook wat aan durft te doen. Natuurlijk hoeft dat niet meteen te betekenen dat je meteen ontslag neemt. Er over praten met je omgeving is al een hele mooie stap 1.

Maar wat nou als je jarenlang het werk doet dat je echt leuk vindt, van enorme waarde bent voor je omgeving maar moet stoppen vanwege je leeftijd, de regels, de CAO? Wat als je eigenlijk niet met pensioen wil vanwege de mensen met wie je samenwerkt, de cliënten die je verzorgt, de mooie contacten die je hebt. Wat als je fysiek nog prima in staat bent om ook na je pensioen nog een aantal nachten een dienst te draaien?

Dan verdien je een werkgever die dit herkent, waardeert en beloont. Die samen met jou onderzoekt wat er wel nog kan. Die zich realiseert dat er iets veranderd is de afgelopen periode en zich daaraan aanpast. Kortom je verdient een werkgever die de waardering voor al die jaren niet alleen uitdrukt in een bosje bloemen en een beschaamd “bedankt” van je huidige teammanager maar dat op zoveel mogelijk andere manieren laat zien!

Grenzen overschrijden nee – grenzen verleggen ja.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag is onaanvaardbaar. Het is beangstigend. Het is bedreigend. Het is traumatiserend. Het moet dus zo snel mogelijk een halt worden toegeroepen. Door (en voor) iedereen. Daders moeten snel worden bestraft en behandeld. Slachtoffers moeten intensief en langdurig worden begeleid. En ook omstanders rondom voorvallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag moeten worden aangemoedigd en getraind om onveilige en onaanvaardbare situaties eerder aan de kaak te durven stellen en/of succesvol te kunnen interveniëren. 

Waar sprake is van grensoverschrijdend gedrag (en als gevolg daarvan aantasting van de integriteit en het vertrouwen) moet snel en adequaat worden gehandeld. Dat geldt niet exclusief voor seksueel overschrijdend gedrag maar voor alle soorten van grensoverschrijdend gedrag.

Een grens is er dus om ingezet en gerespecteerd te worden als de veiligheid het geding is. Tegelijkertijd moet een grens ook kunnen worden verlegd als je dat wilt en de omstandigheden wel veilig zijn. Een grens of grensstelling kan dus als bescherming dienen, maar het kan je ook in de weg zitten als je iets wilt leren.

Zeker als grenzen zijn ontstaan door bijzondere omstandigheden uit het verleden kunnen ze in het heden de vrijheid van denken en doen behoorlijk in de weg zitten. Denk bijvoorbeeld aan een gewelddadige thuissituatie vanuit de jeugd of een onveilige werkomgeving. De door noodzaak ingegeven en ontstane grenzen hebben hun beschermingsfunctie gehad. De vraag is echter of die grensstelling je vandaag de dag nog steeds helpt of dat ze jouw groei en ambitie misschien in de weg zitten.

En als die grenzen je niet meer van nut zijn, dan kan het zinvol zijn om te kijken of ze veranderd of ‘verlegd’ kunnen worden en de harde ‘grenslijn‘ weer een ‘grensgebied‘ mag worden. Een grensgebied met minder grote risico’s (aangrenzend aan de comfortzone) en meer pittige risico’s (aangrenzend aan de paniekzone). Er is dan geen sprake meer van een harde grens van ‘tot hier en niet verder’ maar ‘vanaf hier misschien wel weer verder’.  Je kan weer verder kijken, spelen en experimenteren met nieuwe mogelijkheden. Het is jouw ‘learning zone’.

Grenzen verleggen is wat anders als grenzen overschrijden. Het verleggen van grenzen vindt altijd plaats vanuit veiligheid en vertrouwen. Dat kunnen je eigen grenzen zijn, maar ook die van een ander. En ja, dat verleggen gaat bijna altijd gepaard met ongemak. Er is immers sprake van onbekende situaties. De mogelijke gevaren zijn moeilijk in te schatten. En fouten worden zeker gemaakt. Maar het doel is nobel, namelijk leren, verkennen, groeien. De prijs is prettig ongemak, hanteerbaar ‘gevaar’ en het maken van fouten waar de lach vaker past dan niet past.

Grensoverschrijding is altijd onveilig. Bij het overschrijden van grenzen ontstaan makkelijk situaties waar geweld eerder regel dan uitzondering is en waar het gevolg een vaak onomkeerbaar en verwoestend effect heeft op de slachtoffers. Of op jezelf. Ook bij jezelf kun je immers grenzen overschrijden!

Dus ken je grenzen, zet ze in als je denkt ‘tot hier en niet verder’. Maar verleg ze ook zeker weer als je denkt ‘vanaf nu wel weer verder!’.

Illustratie titel –  Zeloot/De Standaard

Normering is het ultieme offer van menselijk potentieel.

Vriend en vijand zijn het erover eens dat we Corona liever kwijt dan rijk zijn. Ik vermoed niet dat er iemand is die Corona verwelkomt. Ik denk ook dat niemand de gevolgen van het virus, zoals dat sommige mensen in de ziekenhuizen overkomt, toejuicht. De mensen in de zorg zijn ook echt weer toe aan een gezond werk- en leefpatroon. Tevens denk ik ten diepste dat mensen zich goed tot elkaar willen verhouden, of dat nou in het werk, op de sportclub of op straat is.

De toenemende onrust in de samenleving is een rechtstreeks gevolg van Corona. Onrust in het debat. Onrust in de onderlinge verhoudingen. Onrust in het samen leven. Onrust in de gevolgen van de besluiten en de maatregelen. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die zelfs die onrust verwelkomen, maar ik schat in dat verreweg de meeste mensen een bestaan nastreven waarin een goed debat kan plaatsvinden, het samen leven met enig plezier en geluk gepaard gaat en waarin de onderlinge verhoudingen prettig zijn.

Waar wel verschil van opvattingen in is, is de ‘wijze waarop’ en de ‘mate waarin’ e.e.a. zich voltrekt. De een zal zich bijvoorbeeld prettig en beschermd voelen met een vaccinatie terwijl de ander zich veel beter zal voelen bij een gezonde leefstijl. De een gelooft in de wil van het hogere. De ander baseert zich bij voorkeur op getallen en de wetenschap. De gedachten over de weg naar een oplossing verschillen enorm. Hoe kunnen we díe verschillen omarmen, elkaar respecteren in de verschillende opvattingen en tegelijkertijd de juiste kant op bewegen richting een gezamenlijke bedoeling? Dus niet een ‘verdeling’ veroorzaken alle kanten op, maar de verbinding opzoeken om met elkaar het juiste te doen.

Wat daarin in elk geval niet helpt, is als we elkaars verschillen niet willen horen en onze eigen opvattingen te vuur en te zwaard verdedigen. Dat we bijvoorbeeld gevaccineerden als ‘verantwoordelijk’ en niet-gevaccineerden als ‘onverantwoordelijk’ aanmerken. Dat een wetenschappelijke opvatting boven een religieuze opvatting komt te staan of omgekeerd. Het uitvergroten en het bevechten van de verschillen zal niet helpen in het bewegen richting de gemeenschappelijke bedoeling, namelijk het virus de wereld uit. 

De genoemde verschillen zijn echt ‘verschillen’ en géén ‘afwijkingen op een norm’. Het is niet goed of fout, maar simpelweg een verschil in zienswijze. En juist in die verschillen moeten we elkaar proberen te vinden. ‘Normering’ is immers het ultieme offer van menselijk potentieel en bovendien gaat normaliteit voorbij aan de schoonheid die verschillen ons bieden. 

Mijn persoonlijke inschatting is dat Corona onder ons blijft. Virussen waren, zijn en zullen onderdeel van het leven blijven. We zullen ons ertoe moeten leren verhouden. Zoals we dat al eeuwen doen. Wat de beste benaderingswijze nu is weet ik ook niet. Ik weet daarvoor te weinig en heb niet het overzicht in alle variabelen en vooruitzichten. De ene strategie zal de ene groep aanspreken. Een andere strategie de ander. En soms moet je, na uitvoerig debat in de voors en tegens, eenvoudigweg met elkaar een strategie uitproberen. Ook al ligt die strategie niet direct of helemaal niet in het verlengde van jouw persoonlijke zienswijze. Het uitproberen is immers niet een poging om een zienswijze weg te nemen, de verschillen af te vlakken, iemand de mond te snoeren of uit te sluiten, maar een verwoede volgende poging om een stap te zetten in de richting van een gemeenschappelijke bedoeling. En soms blijkt die strategie een juiste uitwerking te hebben. Een andere keer moet het anders.

Het met elkaar in gesprek blijven is daarin essentieel. Bruggen blijven bouwen dus, in plaats van muren zetten. De dialoog aangaan in plaats van vuurlinies opbouwen. Voors en tegens tegen elkaar blijven afwegen. In het publieke debat. En op straat. De verschillen doen ertoe en zijn nodig om alle perspectieven goed in het zicht te houden. Het potentiaalverschil kan je immers goed inzetten om het lampje te laten branden zodat we beide licht blijven hebben. Beide polen moeten worden verbonden met het lampje. Het, wat mij betreft, onwenselijk alternatief is dat je de polen rechtstreeks met elkaar verbindt en dat door de ontstane kortsluiting de energie weglekt en het licht dooft.

Hybride werken vraagt om Hybride werkers!

Hybryde werker

We zijn, nu er steeds meer mag, op zoek naar hoe we het beste kunnen werken: thuis, op kantoor of een hybride vorm hiervan. De focus ligt dan al snel op de techniek en de faciliteiten om dit hybride werken vorm te geven, maar de belangrijkste factor blijft toch echt de mens: de hybride werker

Uit bepaalde onderzoeken blijkt dat maar liefst 70% afwisseling wil tussen werken thuis en op kantoor. Maar hoe gaan we dat inrichten met elkaar? Iedereen vaste dagen, of juist flexibiliteit vragen aan elkaar, of alleen tijdens vergaderingen of juist alleen voor ontmoetingen? Daar worden al flink wat experimenten mee gedaan met mooie inzichten.

Deze vragen houden de bedrijven flink bezig, maar vergeten we niet iets: hoe maken we van onze medewerkers hybride werkers? Voor Corona waren we (vooral managers overigens) ervan overtuigd: bepaalde functiegroepen/mensen kunnen niet goed thuiswerken. Ze worden te veel afgeleid, zijn minder productief en kunnen niet goed overleggen. De Corona-periode heeft vaak het tegendeel bewezen. De meeste mensen bleken prima in staat om werk en privé te combineren: hun privé-rollen werden afgewisseld met hun werk-rollen.

En daarin zit volgens mij een interessante observatie die Sarabeth Berk in deze TED-talk ook maakt: je haalt het beste uit jezelf (en voor bedrijven: uit je medewerkers) als je de rollen niet afwisselt, maar met elkaar mengt. De uitdaging is niet ‘werk-privé balans’ maar ‘werk-privé integratie’. Je vaardigheden uit je ‘privé-rollen’ kunnen een waardevolle aanvulling zijn voor je ‘werk-rollen’. Zoals Berk zegt in haar TED-talk: kaas, brood en salami zijn allemaal lekker, maar als je ze combineert tot een pizza, maak je er pas echt iets lekkers van. Zeker als je je ‘geheime ingrediënt’ (unieke talent) toevoegt, net zoals er pizzatenten bestaan die beroemd zijn om hun unieke pizza-combinaties. 

Zo ontstaat ook de hybride werker. Je mengt je capaciteiten en voegt misschien zelfs iets nieuws toe waardoor je je op jouw eigen unieke wijze meegaat in wat van je gevraagd wordt. Je past je moeiteloos aan veranderende situaties aan en je doet wat nodig is in plaats van wat gevraagd wordt. Kortom, met hybride werkers wordt het hybride werken pas echt een succes!

In theorie zijn theorie en praktijk gelijk aan elkaar …

… maar in de praktijk is dat vrijwel nooit zo.

Vorige week gaven wij een online sessie. De presentatie draaide op de laptop bij Patrick thuis en ik had besturing van die laptop op afstand vanuit mijn thuisstudio. Dat ging uitstekend tot vlak voor een interactie-moment. Ik kon klikken wat ik wilde, maar de volgende slide verscheen niet. Patrick was tijdens mijn presentatieblok een breakout voor de deelnemers aan het voorbereiden en dat vond plaats in een ander scherm op dezelfde laptop, waardoor de presentatiebesturing logischerwijs wegviel. Dat hadden we niet door.

Patrick is in zo’n geval, veel beter dan ik, in staat er draai aan te geven, maar ik ben dan even van mijn à propos. Ik ben echt even uit de flow van m’n verhaal omdat de visuele ondersteuning normaal naadloos en logisch aansluit op wat ik vertel. Als dat niet netjes synchroon loopt hapert mijn betoog en neemt de boodschap in kracht af. Vind ik. De eerste keer dat het gebeurde lukte me het nog om het onbenoemd te laten maar de tweede keer dat het gebeurde zei ik – in de sessie en wat voor iedereenhoorbaar was: “Patrick, ik kan weer niet doorklikken en dat is echt irritant.” 

Een deelnemer gaf achteraf aan precies die opmerking te hebben gewaardeerd in de sessie.

Wij proberen zo’n sessie – en natuurlijk meer dingen in ons leven – zo goed mogelijk te doen. Bij het perfecte af liefst wat mij betreft. Dan kom je ongetwijfeld ook uitdagingen tegen, zoals wat ons vorige week gebeurde, maar ook tijdens alledaagse activiteiten. Dingen gaan bijna nooit zoals je ze hebt bedacht. Om die reden spreekt het mantra ‘na stap 1 komt stap 1’ ons als werkwijze ook enorm aan. Het te gedetailleerd plannen van je leven, komende week, vandaag of zelfs van slide naar slide, heeft betrekkelijk weinig zin vanwege de onzekerheden en onverwachtse gebeurtenissen die bijna altijd op je pad komen. 

Je kunt daar op verschillende manieren mee omgaan. Je kan de werkelijkheid laten voor wat het is en gewoon doorgaan met je plan. En je kan ook de werkelijkheid aanvaarden zoals die is en je weg veranderen terwijl je ‘m beloopt. En in die verandering kan je je kwetsbaarheid en feilbaarheid gewoon tonen, zeggen wat er aan de hand is en dat je het misschien ook even niet weet. Dat maakt mensen menselijk. En zet ons met de voeten in de klei.

Het compliment van de deelnemer had precies ook die lading. De presentatie is prima. Het verhaal is sterk. En voor de rest maken jullie gelukkig ook fouten. Net als wij toehoorders. Precies die menselijkheid maakt het mooier, aannemelijker en vergroot de verbinding tussen spreker en publiek. Daar kan geen enkele inhoud tegenop.

Overigens hebben we nu een aparte laptop voor de presentatie, waardoor de breakouts kunnen worden voorbereid zonder de presentatie zelf in de wielen te rijden.  Soms win je, soms leer je.

Het positieve van exponentiële groei

positieve exponentiële groei

Stel, je hebt net een boek geschreven. Dan wil je natuurlijk dat iedereen het gelijk koopt, leest en zo veel mogelijk mensen vertelt hoe geweldig dat boek is. Of je zet een video online en hoopt dat hij ‘viral’ gaat. Of je geeft een voorstelling en hoopt dat al die mensen die bij je voorstelling geweest zijn ook weer mensen uitnodigen voor de volgende. Kortom, als je iets moois te vertellen hebt of iets uit wil dragen, dan wil je dat het zo snel mogelijk een groot succes is. 

Nou maken we iets mee dat precies dát doet: zo snel mogelijk een groot succes maken van in dit geval zijn voortbestaan. Alleen gaat het hier om het Coronavirus en is, behalve misschien het virus zelf, helemaal niemand blij dat het een succes is. 

Beide gevallen, positief en negatief, zijn een voorbeeld van exponentiële groei, waar we het vaker over gehad hebben. Soms ben je er zelf blij mee en anderen ook, zoals met een mooi boek, video of voorstelling; soms ben je er zelf blij mee maar anderen niet, zoals bij een groot feest in het Vondelpark dat je georganiseerd hebt, of een virus dat gebruik maakt van de menselijke behoefte om veel en dicht bij elkaar te zijn. 

Als je ergens een succes van wilt maken, dan laat je zo veel mogelijk mensen zo veel mogelijk andere mensen vertellen hoe geweldig het is. Dan streef je naar een R>1 en benut je de positieve kracht van exponentiële groei.

Dus, hoe zorg je ervoor dat één persoon minimaal twee anderen ‘besmet’ met jouw positieve boodschap? Wat kun jij doen voor een R>2?

Poets één keer per week je tanden één uur lang!

… Is natuurlijk geen goed advies. Dat voelt iedereen wel aan en het is ook wetenschappelijk vastgesteld dat de bacteriegroei in je mond al binnen 24 uur flinke plaque veroorzaakt en de kans op schade aan het gebit snel toeneemt. Het is beter om elke dag een paar minuten te poetsen dan heel lang en intensief te poetsen één keer in de week. Zoals ook elke dag een half uurtje wandelen veel meer effect op je gezondheid heeft dan slechts één keer per week een intensieve training van een paar uur.

‘Consistent een beetje’ draagt beduidend meer bij aan een goed resultaat dan ‘intensief een keer in een week’

Toch zijn we geneigd intensiteit boven consistentie te verkiezen. Zeker in organisaties. Denk aan een groots opgezette bijeenkomst op datum X. Of een verandertraject in de periode Y. Goed planbare, meetbare, budgetteerbare en overzichtelijke kortlopende activiteiten eens in de zoveel tijd. Of één keer per jaar een functioneringsgesprek waarin intensief wordt gesproken over het functioneren en het vaststellen van nieuwe ambitieuze doelen. Of het maken van een businessplan dat vaak een paar weken in het jaar veel aandacht vraagt en vervolgens nauwelijks meer wordt ingekeken. Hele intensieve aandacht een keer in het jaar in plaats van een klein beetje aandacht elke dag weer

De kracht van consistentie geldt vooral ook voor de dingen waar we een beetje tegenop zien. Denk aan het omspitten van een moestuin. Dat is een zwaar klusje waar je rug niet blij mee is en de blaren op je handen springen. Maar elke dag enkele rijtjes omspitten is prima te doen. En na twee weken heb je toch die hele moestuin omgeploegd.

We onderschatten vaak het lange termijneffect van elke dag, heel consistent, kleine veranderingen en bewegingen inzetten. En we overschatten het effect van een intensieve inzet een keer in het jaar. 

Elke dag een beetje lijkt makkelijker omdat het maar een beetje is, maar is moeilijker omdat het élke dag is.

Als je werkelijk iets wilt veranderen kijk dan eens of je voor consistent in plaats van intensief kunt gaan. En laat graag eens weten wat deze omdraaiing met je heeft gedaan.

Inspiratie van Simon Sinek in ‘Intensity vs Consistency’

Korting geven doet geen recht aan werkelijke waarde

De verkoper deed zijn uiterste best mij die ene elektrische tandenborstel te verkopen. Ik was al van plan precies deze te kopen, dus alle inhoudelijke argumenten die werden aangedragen deden eigenlijk niet meer ter zake. 

Toch bleef hij zijn uiterste beste doen.

De tandenborstel had een automatische verbinding met een app zodat ik vriendelijk in beeld kreeg wat de volgende poetshandeling moest zijn. Ook zaten er maar liefst drie druksensoren in die in drie verschillende kleuren aangaven als ik te hard zou poetsen. En naast tanden kon het apparaat ook tandvlees en tong reinigen. En er volgde aansluitend nog zeker 10 minuten gepassioneerde overtuiging.

Ik was al overtuigd van het kopen van deze specifieke tandenborstel en nu kwamen er ook nog eens allerlei argumenten bij die de keuze van mijn, zo goed als zekere, aanschaf alleen maar bevestigden.

En nu kwam het. Hij wilde mij een korting geven van maar liefst 50 Euro.

Die korting heb ik vanzelfsprekend vriendelijk geweigerd. En toegelicht. 

Het geven van (ongevraagde) korting op iets van waarde doet namelijk (1) geen recht aan de waarde van het product (2) doet geen recht aan de verkooppassie en het doorzettingsvermogen van de verkoper en (3) doet al helemaal geen recht aan mijn, zo goed als, onvoorwaardelijk koopbereidheid.

Ik wilde die korting niet. Ik was bereid de prijs te betalen die op het kaartje stond.

De beste man keek me aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. Dat was ik wel.

Waarom transparantie soms gewoon géén goed idee is.

In een creatief proces, waarin een video gemaakt moest worden, werd ons op ongeveer een derde van dat proces gevraagd of wij een tussenproduct wilden laten zien. Hoewel wij ons de vraag goed konden voorstellen hebben wij dat vriendelijk geweigerd en in plaats daarvan gevraagd om vertrouwen waardoor wij de klant nog twee derde van de tijd in onzekerheid moesten laten. Wij kregen dat vertrouwen en het eindproduct bleek een schot in de roos.

Wat wij voor dat vertrouwen terugkregen was een ‘privacy zone’. Een plek waarin wilde ideeën kunnen ontstaan en een minuut later gerust weer mogen sterven. Een plek ook waarin er geen verwachtingen behoeven te worden gemanaged. Een plek waarin géén toelichting hoeft te worden gegeven of verantwoording hoeft te worden afgelegd. Een plek waarbinnen de gum en de delete knop vrijelijk hun werk mogen doen. 

Als een creatief proces op de voet wordt gevolgd ligt zelfcensuur op de loer (het moet sneller, beter, mooier, logischer zijn dan dat het nu is). Meekijken en meebeslissen kan een idee, dat in potentie geweldig is, al in de kiem smoren. Soms door onbegrip, een andere keer door tijdsdruk en weer een andere keer door te veel sturende invloed. Een voor de leek onlogische route kan al snel op onbegrip rekenen terwijl het voor het creatieve proces een noodzakelijkheid is. Bovendien verloopt het creatieve proces nooit lineair. In een drie maanden traject kan er 2,8 maand tijd aan gedachten, stilten, deleten, frustratie en gevecht zijn verbrand en slechts 0,2 maand aan het werkelijke maken van de video zelf. Soms is die verhouding precies omgekeerd. Iets opleveren op een derde van het traject is in zo’n situatie niet alleen onmogelijk, het zou de opdrachtgever vrijwel zeker op een dwaalspoor zetten. Het komt dus echt aan op vertrouwen en vakmanschap.

De roep naar meer transparantie is begrijpelijk en in sommige situaties zelfs noodzakelijk. Hoe meer inzicht hoe meer begrip. Dat geldt ook zeker waar het bijvoorbeeld veiligheid betreft. Of openbaar bestuur. Maar er zijn dus even zoveel argumenten voor minder transparantie in situaties waarin absolute vrijheid van denken en doen voorwaardelijk zijn aan een goed resultaat.

Meer inspiratie: Dark side of transparency van McKinsey

Ik geef mijn leven als ik een miljoen anderen kan helpen.

De komst van een nieuw vaccin voor het Covid-19 virus is onderwerp van gesprek. Ik aarzelde zelf flink over dat vaccin, zoals velen met mij. Was zelfs wel enigszins content met de gedachte dat ik niet tot de eerste groep ‘te vaccineren’ zou behoren. En ook de gedachte dat Engeland met hun vaccinatieprimeur na de russen alvast aan de slag gaan klinkt mij als muziek in de oren. Be my guest. Waarom zou je immers in vredesnaam een vaccin, dat tot vorige maand nog in de labs werd onderzocht, nu al in je lijf spuiten? We hebben bovendien nog geen flauwe notie wat de lange termijnconsequenties zijn. Nee hoor, dank je wel. Nog niet voor mij. Dacht ik …

Precies deze overtuiging verving ik vanochtend definitief voor een ander perspectief. Ik las veel meer over de geschiedenis van vaccineren, wat het ons als mensheid heeft gebracht en wat zoal de risico’s zijn. Wat hebben we geleerd? Wat heeft het ons gebracht?

Zo was bijvoorbeeld vorige eeuw het pokkenvirus één van de meest dodelijke virussen die de wereld kende. Toen er uiteindelijk een pokken-vaccin kwam, veranderde dit de gemiddelde levensverwachting in één klap. En tot op de dag van vandaag wordt, juist door een uitgekiend vaccinatieprogramma, bijna iedere baby behoed voor veel andere ellendige virussen. Het pokken-vaccin bleek in z’n oorsprong echter niet helemaal ongevaarlijk: er stierven ongeveer 70 mensen op elke miljoen mensen aan de bijwerkingen van het vaccin. En nieuwe vaccins hebben uitgerekend tussen de 4 en 6 sterfgevallen per 1 miljoen mensen door de bijwerkingen. Een flinke verbetering, maar hoe klein ook, er blijft dus altijd een risico kleven aan vaccins. En dan gaat het erom of je de focus legt op het risico of de verbetering. En of je bereid bent de verhoudingen mee te laten wegen in je overtuiging voor of tegen.

Precies namelijk deze verhoudingsgetallen van het beperkte aantal doden op het grote aantal overlevenden in combinatie met de verontrustende berichten over de groeiende economische malaise, de vele faillissementen en ontslagen, en de voortdurende strijd van ondernemers die hun omzet en levensgeluk zien verdampen, maken dat ik mijzelf de ‘vrijheid’ heb gegeven om tot die 4 tot 6 sterfgevallen te behoren als het lot zo is bepaald en daarmee met meer vertrouwen de Covid-19 vaccinatie tegemoet zie. Hou me te goede, ik leef liever dan dat ik ga, maar als ik met het geven van mijn leven tegen de miljoen andere mensen kan helpen de draad en het leven weer op te pakken dan ben ik bereid dat offer te brengen.

Ik heb daarnaast ook nog eens het vertrouwen in de eisen die de EMA stelt aan de vaccins waardoor dat risico naar mijn inschatting bijzonder klein is. En laten het nou eens geen 4 tot 6 doden, maar 40 tot 60 of misschien nog meer zijn op een miljoen, dan nog blijft de verhouding de moeite waard van het overdenken.

Als het vaccin er is en we (echt dus samen!) zo het virus onder controle krijgen, dan stel ik dus graag de wij-waarde boven de ik-waarde. Het voelt dan ook minder als een offer maar meer als een investering in het collectief. En als ik dan onverhoopt toch kom te overlijden door de bijwerkingen dan hoop ik dat die investering gezien blijft in verhouding tot de overlevenden zodat we deze discussie niet bij elke vaccin opnieuw hoeven voeren.

‘Hoe heeft dit in vredesnaam kunnen gebeuren?’

Waar ik me al een tijdje over verwonder is de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Voor wie dit gemist heeft: naar schatting tussen de 20.000 en 26.000 ouders met recht op kinderopvangtoeslag raakten gedupeerd – tot schuldsanering aan toe – omdat er bij de Belastingdienst én bij de politiek iets goed fout gegaan is. En iedereen verzucht: ‘Hóe heeft dit kunnen gebeuren?’

Wat mij verbaast is precies die verbazing. Het is namelijk onvermijdelijk dat dit – of iets vergelijkbaars – gebeurt als drie dingen tegelijkertijd aan de hand zijn, namelijk (1) een systeem uitermate complex is (2) de menselijke maat ver te zoeken is en (3) er geen sprake is van ‘skin-in-the-game’ van de verantwoordelijken.

Computer says no

Het complexe toeslagensysteem is ontworpen vanuit een geautomatiseerde logica. Er komt nauwelijks nog een menselijk oordeel aan te pas. En dat gaat in het merendeel van de gevallen goed. Zo’n systeem is immers goed geoptimaliseerd voor de ‘mainstream’ van de cases en ‘uitzonderingen en/of afwijkingen’ vallen dan snel, soms te snel zo blijkt, uit het systeem. En hoewel het systeem recent juist (her)ontworpen was om sneller uit te keren en fraude tegen te gaan kan het dus flink misgaan als vakkundigheid en menselijke inlevendheid nauwelijks nog onderdeel uitmaken van het totale proces.

Terug naar de menselijke maat

Dat brengt me bij het tweede punt. In een onstilbare honger naar efficiency en kosteneffectiviteit komt de menselijke maat steeds vaker in de verdrukking. Verantwoordelijke bewindslieden hebben steeds minder gevoel bij en zicht op het effect dat hun beleid heeft op de burgers. Een roep van de burger voor aandacht van fouten in het systeem wordt al snel als ‘een individueel geval’ aangemerkt en daar ‘kan helaas niet op worden ingaan. Zelfs niet op meerdere individuele gevallen’ zo gaf een van de bewindslieden aan. Burgers krijgen zo nauwelijks kans om de onregelmatigheden aan de orde te brengen, laat staan te herstellen.

Méér skin-in-the-game

Als dan een derde ontwerpfout, namelijk het gebrek aan ‘skin-in-the-game’ van beleidsmakers en -uitvoerders, wordt toegevoegd aan het gebrek aan de menselijke maat en de complexiteit van het systeem dan is letterlijk ‘het leed niet meer te overzien’, zo blijkt eveneens.

In de bestuurskamers richt men zich voornamelijk op beleid en regels. Verantwoordelijke bewindslieden hebben vaak een gebrekkig besef wat er zich aan drama in de leefwereld ontvouwt juist door dat ontbrekende zicht op en het echte gevoel van die leefwereld. Het ‘denken’ is zover van het ‘doen’ afgeraakt dat zij de pijn die zij via hun beleid veroorzaken bij onschuldige burgers op geen enkele manier zelf meer voelen.

Het zou beter zijn als verantwoordelijken direct zelf gevolg ondervinden van eventuele misstappen. Fouten maken is immers onvermijdelijk. Oftewel dat zij hun eigen huid aan het spel en de spelregels verbinden. En uiteraard niet met als doel om te straffen, maar om simpelweg te doen wat nodig is op het juiste moment. Dan hoeft de verbijstering en verontwaardiging niet jaren later in het zicht van een enquête-commissie plaats te vinden, maar was bij het ‘zwakke signaal’ uit de samenleving op het juiste moment de juiste maatregel genomen.

Volg je de regels of de bedoeling?

In elke organisatie zie je twee soorten reacties op regels: zij die ogenblikkelijk de regels induiken om te kijken hoe ze die in hun voordeel uitleggen, en zij die achter de regels de bedoeling proberen te volgen. Mensen uit die eerste categorie nemen rollen wc-papier mee naar huis, omdat er in de regels wel staat dat je geen kantoorbenodigdheden mee mag nemen maar niets gezegd wordt over WC-rollen. Mensen uit de tweede categorie begrijpen dat het de bedoeling van de regels is om duidelijk te maken dat je niet zomaar alle bedrijfseigendommen mee naar huis neemt. 

Eenzelfde reactie zien wij veel met de huidige Coronamaatregelen. Natuurlijk, ze zijn voor niemand leuk en liefst zouden we willen dat die maatregelen er niet waren. Maar er zit een bedoeling achter die maatregelen, en het gaat erom dat je als burger die bedoeling begrijpt, en de regels volgt om die bedoeling – het hogere doel – te dienen. Zo zagen we onlangs een eerste categorie voorbeeld van een school met een horecaopleiding die als een kameleon meebeweegt met de voorgeschreven maatregelen en de bedoeling uit het oog verloor. In ‘normale tijden’ heeft deze horeca-opleiding namelijk zowel een scholings- als een restaurantfunctie. Als de horeca dicht moet, dan ben je ineens gewoon school en kun je gasten blijven bedienen. Je bent immers een opleiding en geen horeca. Dat daarmee voorbijgegaan wordt aan de bedoeling van minder contact en hoger besmettingsrisico doet er dan blijkbaar even niet toe.  Of een pilatestrainer die – als sportscholen moeten sluiten – zich plotseling in de categorie van fysiotherapeuten bevindt. In beide voorbeelden worden de regels naar eigen hand gezet en wordt de bedoeling onrecht aangedaan.

Het is tegelijkertijd begrijpelijk: je zoekt naar kansen en manieren om als persoon of bedrijf te overleven. Maar als je daarmee de bedoeling – namelijk het virus de pas afsnijden – niet dient, dan gaat er simpelweg iets niet goed. Zo ook binnen je organisatie, zonder duidelijke bedoeling is de kans groot dat regels teveel aandacht krijgen, verkeerd worden uitgelegd of worden toegepast, en kom je niet uit op waar je met elkaar naar toe wilt.

Kortom blijf kijken hoe jouw interpretatie van de regels de grotere bedoeling dient. 

Wij doen hier niet aan kunst jongeman!

Gerard van Maasakkers – Bloemen zijn rood

*Heb je geen zin/tijd te lezen, luister het liedje onderin en sluit je ogen.

‘n Jungske ging vur ‘t uurst naor school
Hij kreeg ‘n vel papier en krijt
En hij kleurde en kleurde ‘t hul vel vol
Want kleure, da vond-ie fijn
Mer de juffrouw zee: “Wat doe je daar, jongeman?”
“Ik teken bluumkes, juffrouw”
Ze zee: “We doen hier niet aan kunst, jongeman
Bloemen zijn rood en de lucht is blauw”
Je zult er rekening mee moeten houden
Je bent hier niet alleen
Als alle kinderen ‘ns deden zoals jij
Waar moest dat dan toch heen, ik zeg je
Bloemen zijn rood, jongeman
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou je ‘t dan nog anders doen” 

Mer ‘t jungske zei
“Ja mer juffrouw, d’r zijn zoveul kleuren bloemen
Zoveul kleuren blaadjes, zoveul kleuren, overal
Zoveul kleuren zijn nie op te noemen
Mer ik zie ze allemaol”

Mer de juffrouw zei: “Je bent ondeugend, jongeman
Je zit te kliederen en je Nederlands is slecht
Ik weet zeker dat je ‘t alletwee veel beter kan
Ik wil dat je herhaalt wat ik zeg

Bloemen zijn rood, jongeman
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou je ‘t dan nog anders doen”

Mer ‘t jungske zei
“Ja mer juffrouw, d’r zijn zoveul kleuren bloemen
Zoveul kleuren blaadjes, zoveul kleuren, overal
Zoveul kleuren zijn nie op te noemen
Mer ik zie ze allemaol” 

Mer de juffrouw zei: “Dit duurt me nou te lang
Je moet maar weten hoe ’t hoort”
En ze zette ‘t jungske op de gang
“Voor je bestwil” enzovoort
Mer hij werd bang, zo na ‘nen tijd
Klopte zachtjes aan de deur
En hij zei: “Juffrouw, ik heb wel spijt”
En hij kreeg ‘n kleur toen-ie zei

“Bloemen zijn rood
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou ik ‘t anders doen”

Mer d’n tijd ging dur, gao altijd dur
En hij ging naor de tweede klas
En de juffrouw was hul anders as die daorvur
Ze was nieuw, ze was er pas
En ze lachte vriendelijk toen ze zei
“Tekenen doe je voor je lol
Je krijgt genoeg papier en krijt van mij
Teken maar je hele vel vol”

Mer ‘t jungske tekende bloemen
Gruun en rood, en in de rij
En toen de juffrouw vroeg waorum
Kreeg-ie weer ‘n kleur, en-ie zei

“Bloemen zijn rood
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou ik ‘t anders doen”

Met dank aan Peter Vervloet die ons op dit bijzondere liedje wees
Credits Illustratie: Wildflower1555