diversiteit: wat je ziet, niet wat je voor je ziet

Van iemand die slecht ter been is of een arm mist is vrij snel zichtbaar wat er ‘anders is’. Immers de meeste mensen lopen ‘goed’ en hebben ‘twee armen’. Dat wat het meest vaak voorkomt wordt als ‘normaal’ gezien en alles wat daarop afwijkt of anders is valt al snel in de categorie ‘niet normaal’. Of ernstiger ‘afwijkend’.

Maar eerlijk is eerlijk, gemiddeld genomen gaan we redelijk om met die verschillen die zichtbaar zijn. We verlagen bijvoorbeeld drempels en verbeteren de toegang voor flink wat openbare gelegenheden voor die mensen die daar gebruik van maken omdat hun verschil daar aanleiding toe geeft. En tegen iemand die blind is zullen we niet snel zeggen dat ie beter moet kijken. Het is duidelijk dat dat niet mogelijk is voor die persoon.

Toch is dat wel wat we zeggen tegen iemand waarvan het minder goed zichtbaar is wat er cognitief verschilt. Iemand die bijvoorbeeld niet goed rekent zal ‘beter moeten rekenen’ en iemand die niet goed leest zal ‘beter moeten lezen’. Het is niet duidelijk dat dat niet mogelijk is voor die persoon en is doe beter je best snel gezegd, maar een onmogelijke opgave. Zoals het voor een blinde persoon niet mogelijk is om beter te kijken.

Zolang we omgaan met verschillen blijft een norm leidend.

In deze video spreekt Marcel van Herpen daar inspirerend over. Hij noemt een voorbeeld van een kind dat cognitief minder goed meekomt en wil lijken op iemand in zijn klas met het Downsyndroom. Immers daarvan kunnen de meeste mensen net even beter inschatten wat er wel en wat er niet van kan worden verwacht. Het is iets beter ‘zichtbaar’, ondanks dat ook in het Downsyndroom natuurlijk zelf ook weer een wereld aan verschillen te zien is. Het zichtbare geeft je, als je net even verschillend bent van de rest in welke zin dan ook, enige herkenbaarheid. Het onzichtbare verschil lijkt, helaas, een verschil waar je je leven lang toe moet verhouden in plaats van het simpelweg te zijn.

Als we uitgaan van verschillen dan is een ‘norm’ niet meer leidend, maar zijn de verschillen simpelweg een mogelijkheid in een eindeloze reeks. Dan is er sprake van een realiteit die geen ‘last’ heeft van een ideaalbeeld. ‘Normering’ heeft in een ‘reeks van mogelijkheden’ geen vat, er is geen ‘ideaalbeeld’.

Het gaat om wat je ziet, en niet om wat je voor ogen hebt.