Doe wat gedaan moet worden!

Doe wat gedaan moet worden!

Er zijn veel mensen die heel goed kunnen beschrijven wat er aan de hand is. ‘Dit is waarom het fout gegaan is’, ‘Dit is waarom het fout zal gaan’, ‘Dit is waarom het niet gaat lukken’ etc. Er zijn weinig mensen die ‘gewoon’ doen wat gedaan moet worden. De basishouding die je echt kan helpen is : “Ik regel het voor je!”

Dit is een van de boodschappen die Barak Obama in dit interview mee wil geven. Het deed me direct terugdenken aan een interview dat Arthur jaren geleden mocht opnemen. Het interview was met iemand die als hulpverlener bij de crash van het vliegtuig van Turkish Airlines betrokken was in 2009. Arthur stelde hem de vraag hoe hij nou wist wat hij moest doen toen hij aankwam op de plek van het ongeluk. Hij dacht even kort na en gaf toen dit antwoord:

“Je kijkt om je heen en gaat dat doen wat nog niet gedaan wordt”. 

Dat antwoord is me altijd bijgebleven. Het vraagt om zelfkennis: wat heb ik aan kennis en vaardigheden die ik nu zou kunnen toepassen. Maar ook om daadkracht en (zelf)vertrouwen. En dat zijn volgens mij precies de dingen die nodig zijn om te voldoen aan het beeld dat Barak Obama schetst. Overigens heeft hij ook nog een tweede advies in de video dus kijk vooral tot het einde.

Fouten maken moet

Fouten maken moet

Je hoort vaak de uitspraak “fouten maken mag” maar wij denken dat niet klopt: fouten maken moet! Pas als je een fout maakt ben je ook aan het leren. Dan moet je natuurlijk wel kijken wat je de volgende stap beter kan doen, en dat dan ook doen.

Als iemand zegt ‘fouten maken mag’, mag dat dan ook? Vaak zie je aan de koppen al dat ze eigenlijk helemaal niet willen dat er fouten gemaakt worden. Dat kost immers tijd en geld. We zitten vaak in een systeem waarin fouten afgestraft worden in plaats van gestimuleerd.

We waren een keer in gesprek met een directeur van een groot bouwbedrijf. Zijn reactie was dat hij het zich niet kon veroorloven om veel fouten te maken. Hij had een ‘faalbudget’ en dat mocht niet overschreden worden. Dan zou de continuïteit van zijn bedrijf in gevaar komen. Dat laatste is begrijpelijk, maar wat weerhoud je er van om mensen te stimuleren meer fouten te maken binnen datzelfde budget? Als het goed is worden de fouten kleiner, worden eerder opgemerkt en wordt er meer van geleerd.

Fouten zijn vaak te groot voor ze opgemerkt worden. Vervolgens gaan we op zoek naar de oorzaak, naar dat eerste kleine stapje en de persoon die dat stapje gezet heeft. Die persoon wordt er op aangesproken en aangespoord om het vooral niet nog een keer zo te doen. Gek genoeg hebben we tegelijkertijd ook successen, maar die worden nooit zo ver geëvalueerd dat we weten wie welk klein stapje gezet heeft waarmee het allemaal begonnen is.

Is dat erg? Misschien niet, zolang we in ieder geval maar kunnen inzien dat fouten en successen alleen ontstaan als iemand een keer een klein stapje zet! De grootste fout die je kunt maken is niets doen terwijl je ook iets kleins had kunnen doen.

Benieuwd naar de foto? Scan de QR code, je komt dan uit op de pagina van Studio Tegenwind: https://studiotegenwind.nl/projecten/in-zicht. Zij hebben 99 tegeltjes in de stad Utrecht verspreid, wij kwamen deze tegen in de stadschouwburg in Utrecht.

Waar blijft de ‘Hybride Manager’?

Waar blijft de ‘Hybride Manager’?

Het makkelijkst is om de oplossing voor het probleem bij de medewerkers te zoeken. “Iedereen weer terug naar kantoor” is een veel gehoorde kreet de laatste weken. Zelfs Zoom geeft aan dat ze dit vereisen van hun medewerkers. En natuurlijk valt daar wat voor te zeggen. Het hybride werken vraagt immers ook om hybride-medewerkers. Maar laten we ook vooral eens naar de managers kijken. Wat kunnen zij veranderen, hoe kunnen zij ondersteunen in dit proces. Dat kan niet door te blijven doen wat er altijd werd gedaan. Waar blijft de Hybride Manager?

Ik heb regelmatig flash-backs naar begin deze eeuw. Ik ben begonnen met werken bij een IT-consultancy bedrijf en vrijwel direct gedetacheerd bij een klant en werd ‘opgevoed’ in een structuur van management op afstand. Later mocht ik de rol van manager zelf uitvoeren. Zo heb ik ervaren hoe het is om veel mensen te managen die ik niet dagelijks zag. Video-conferencing bestond nog niet echt. En toch waren we in staat om verbinding te houden en op de hoogte te blijven van de belangrijkste zaken. 

Terug naar nu: ik zie bedrijven worstelen. Hoe houden we contact met elkaar als iedereen ergens anders werkt? Hoe hou ik overzicht en controle over ‘mijn mensen’? 

Misschien kunnen we wat leren van de bedrijven die hier in getraind zijn omdat ze als bedrijfsmodel hebben om mensen niet op eigen kantoor te laten werken maar op afstand ‘bij de klant’?

Als ik nu in de rol van Hybride Manager zou kruipen zou ik zo snel mogelijk kijken wat ik wel kan doen. Alleen zo kan ik toetsen of en hoe het zou kunnen gaan werken. Ik heb het idee dat dit in deze tijd ook zou kunnen werken:

  • Periodiek langsgaan bij de medewerker (thuis of op een locatie in de buurt).
  • Het gesprek gelijk verdelen over voortgang werk en persoonlijke situatie/ontwikkeling.
  • Links leggen naar collega’s waar dat helpt/van toepassing is.
  • Stimuleren om de samenwerking met collega’s op te zoeken (door meer samen op een locatie te zitten?).
  • Medewerkers verleiden om een vorm te vinden om opgedane kennis met elkaar te delen.

Dus niet (alleen) wachten op een maatregel voor het hele bedrijf, maar zelf een eerste afspraak inplannen met een van ‘mijn mensen’: “kunnen we volgende week afspreken om bij te praten? Ik ben benieuwd hoe het met je gaat, privé en met het werk. Ik kom naar jou toe, weet je een plek waar we rustig kunnen praten?”

En dan maar zien wat er gebeurt: na stap 1 komt stap 1.

Heb jij ook zo’n jeuk?

Heb jij ook zo’n jeuk?

Laatst hoorde ik (Patrick) Gary Vaynerchuk praten over ‘Scratch your own itch’, in goed nederlands “krab je eigen jeuk”. Zijn uitleg was dat je datgene moet doen waar JIJ jeuk van krijgt. Dat sprak ons aan: niet alleen maar andermans jeuk ‘herkennen’, maar vooral aan de slag met je eigen jeuk. En dat kan negatief en positief! 

Stel, je ergert je aan iets (negatieve jeuk). Als je vindt dat het anders moet maar het ligt buiten je invloed, dan moet je er geen energie aan besteden en dus proberen de jeuk te negeren. Maar als je wél invloed hebt, dan moet je er ook iets mee doen, en zorgen dat de jeuk verdwijnt: keuzes maken, actie ondernemen, iets doen.

Positieve jeuk bestaat ook en uit zich in de vorm van een kriebel. Veel mensen negeren die kriebel, maar wij vinden dat je juist met die kriebel ook iets moet doen. Heel lang hebben wij, voordat we Vrije Denkers werden, vooral geprobeerd de negatieve jeuk weg te halen. Zo hebben we tijdens onze loonslavernij onder andere het beoordelingsgesprek afgeschaft en onze manager ‘ontslagen’ (link). Dat maakt het werk wel leuker, maar echt gaaf werd het pas toen we onze positieve jeuk, onze kriebel, gingen volgen. Want waar wij echt energie van krijgen is mensen inspireren met prikkelende presentaties. Dat was een flinke kriebel die heeft geleid tot waar we nu staan!

‘Stap 1’ is niet hetzelfde als ‘de eerste stap’!

‘Stap 1’ is niet hetzelfde als ‘de eerste stap’!

Laatst hadden we een vervolgsessie van een groot landelijk opererend bedrijf waar we in december vorig jaar een eerste sessie hadden gegeven. Wat we merkten met het ophalen van ervaringen uit de eerste sessie is dat veel mensen aangaven moeite te hebben met het bepalen van ‘de eerste stap’. Maar de ‘eerste stap’ (bepalen) is wat anders als ‘stap 1 ’ (zetten) en dat vraagt misschien wat uitleg.

‘De eerste stap’ suggereert namelijk een tweede stap. Het suggereert een plan, een stap met voorbedachten rade. Een route. Een reeks. Een scenario. Wij hebben al eerder geschreven over wat we van plannen vinden en dat geldt al helemaal voor stap 1. Stap 1 is namelijk een stap in de richting van de bedoeling en dan maakt het niet uit wat je doet, als je maar in beweging komt. Mét uiteraard gevoel voor richting maar met ontbreken van inzicht in een volgende stap. Je gaat een relatie aan met het onbekende, het nieuwe, dat wat je tegenkomt. Pas daarin ontstaan de grondstoffen voor een nieuwe stap. Je gaat expliciet géén relatie aan met een in een plan voorbedachte stap 2. Oftewel je resoneert op de rauwe werkelijkheid en niet op een theoretische verhandeling.

En het woordje ‘bepalen’ (van een eerste stap) is ook een indicatie dat het klaarblijkelijk weer niet om het ‘doen’ lijkt te gaan, maar om het veilig theoretisch benaderen van een eerste stap. Stap 1 ‘zetten’ is gedrag en actie, ‘een eerste stap bepalen’ is een intentie formuleren en bedenken wat er zou kunnen gebeuren. En daar gaat het mis. Het gaat hier dus om het gedrag en de effecten ervan en niet om de intentie en het voorspellende effect ervan.

En dat is heel moeilijk. Denk ook aan wat Newton zegt: 

Een object in rust wil in rust blijven. Een object in beweging wil in beweging blijven.

Dat betekent dat als je geen externe kracht uitoefent op een object, het in zijn huidige toestand blijft. Die externe kracht, dat is stap 1. En omdat in beweging komen zo lastig lijkt, moet stap 1 dus het kleinst mogelijke stapje zijn. Zodat je in beweging komt – en in beweging blijft! Na stap1 komt immers…. stap 1. Het effect van de nieuwe stap 1 openbaart zich in de vorige stap 1. Dat kan stap 2 niet zijn.

Voel je het verschil?