Jarenlang heb ik mijn dochter laten geloven dat ze kon toveren. Als ze zei ‘Hocus pocus pilatus pas, ik wou dat de auto open was!’ dan opende de kofferbak van de auto zich op magische wijze. Die blik in haar ogen. Haar blijvende verbazing dat het elke keer weer lukt. De onvoorstelbare kracht van haar toverkunst. Onbetaalbaar. Ze vertelde er meermalen vol trots over aan haar vriendjes. En ook al zeiden zij vaker dan eens dat het helemaal niet kon, zij wist wel beter: zij kon namelijk écht toveren.

Toen gebeurde het onvermijdelijke. Op een middag tijdens het uitspreken van haar toverspreuk ontdekte ze dat ik op het knopje van de afstandsbediening van de auto drukte. Ik moest direct de sleutel bij haar inleveren en weg was haar toverkracht. Wat was ze boos. Woedend. Verdrietig. Teleurgesteld. Ze kroop achter in de auto ineen toen ze het ontdekte. Opgevouwen met haar hoofd in haar schoot. Eenmaal thuis aangekomen verdween ze stampvoetend naar boven en gooide de deur van haar kamer dicht. Haar vriendjes bleken toch gelijk te hebben. Ze had helemaal geen toverkracht. En zij stond in haar hemd. Wat een imagoschade. Papa heeft gelogen. “Ik wil niets meer te maken hebben fantasie! Nooit meer” roept ze nu nog. Wekenlang nadat het is gebeurd. 

Ik heb ontzettend veel spijt van wat ik heb veroorzaakt. Het was natuurlijk met de beste bedoelingen: ik wilde haar laten zien dat magie en fantasie overal om ons heen is. Dat zij zelf magisch is, door haar verbeeldingskracht en toverkracht. Maar ik had nooit een ‘leugen’ mogen gebruiken om dat zo onder de aandacht te brengen, dat besef ik nu. Dat is fout geweest. Ze wilde niet meer met ons avondeten die avond. Dat was nog nooit eerder gebeurd. Ik heb haar bordje eten naar boven gebracht. Naar haar kamertje waar ze in protest voorovergebogen aan haar bureautje zat en me zonder aan te kijken sommeerde uit haar kamer te gaan. Ik heb haar met tranen in mijn ogen mijn excuses aangeboden. Ik had er echt pijn van in m’n hart. Dit had papa natuurlijk nooit zo mogen doen. Haar boosheid was volkomen terecht.

Maar magie en fantasie zijn en blijven wel krachtige instrumenten om een complexe boodschap over te brengen en de verbeeldingskracht aan te zetten. Overal is magie als je ervoor open staat. Natuurlijk praat de wolf niet tegen roodkapje en komen er geen gouden munten uit het achterwerk van een ezel, maar soms ontleen je kracht aan de held in een verhaal. Kan een verlies beter worden verwerkt. Blijf je op het juiste pad. Of ga je er juist vanaf. Of kan een rauwe werkelijkheid weer draagbaar worden. Juist aan die verbeeldingskracht kun je kracht ontlenen.

Sofía is nu bijna zeven jaar oud. En ondanks dat ik een nare wond bij haar heb veroorzaakt weet ik zeker dat mijn oprechte excuses en uitleg van mijn werkelijke bedoeling haar helpen. En dat ze haar fantasie en de verbeelding weer volop de ruimte geeft.

Maar wat moet ik in nu vredesnaam met Sinterklaas? Vertellen hoe het werkelijk zit zodat zij haar vriendjes en vriendinnetjes dit keer voor is en we het vertrouwen niet opnieuw schaden? Of moet ik het Sinterklaasverhaal in haar klas, in het dorp en in de maatschappij z’n beloop laten met alle gevolgen van dien?

Ik weet oprecht niet wat ik het beste kan doen. Wat zou jij doen?