‘The price of greatness is responsibility’ was een uitspraak van Winston Churchill waarmee hij duidelijk wilde maken dat een actie altijd met verantwoordelijkheid gepaard gaat. Een uitkomst van een actie kan ‘grote gevolgen’ hebben of ‘grootse gevolgen’. Het verschil zit in de mate van verantwoordelijkheid.
Neem een willekeurige organisatie. Laten we zeggen een grote Nederlandse onderneming, dat product X verkoopt aan de overheid. Het is company policy voor alle medewerkers, maar commerciële medewerkers in het bijzonder, om tijdens de lobby bij ambtenaren verre te blijven van het geven van cadeaus, etentjes of leuke voordeeltjes. Dat weet de directeur ook als geen ander, hij heeft immers de gedragscodes recent nog eens bij de nieuwjaarstoespraak expliciet aan de orde gebracht. Hij gebruikte daarbij zelfs felle bewoordingen dat bij een overtreding van deze code het bedrijf ‘passende maatregelen’ moest nemen. Maar toch heeft hij zelf, notabene een week na deze toespraak, – om een mooie deal te vieren – enkele hooggeplaatste ambtenaren meegenomen naar een luxe restaurant voor een uitgebreide lunch. En daar zijn heel veel foto’s van.
En met het uitlekken van de foto’s wordt pijnlijk duidelijk dat de directeur iets heeft gedaan dat tegen zijn eigen uitgevaardigde gedragscode indruist en dat de ‘passende maatregelen’ ook wel eens op hem van toepassing kunnen worden verklaard. De Raad van Commissarissen moest in actie komen en zo geschiedde. Ook de Ondernemingsraad en een groot deel van de managers, waaronder de commerciële manager, dienden een motie van afkeuring in.
Kort daarop volgt een uitspraak van de Raad van Commissarissen dat de directeur toch mag aanblijven. De directeur heeft nooit eerder de wet overtreden en omdat hij zijn spijt heeft betuigd en zijn misstap ruiterlijk toegeeft is hun eindoordeel dat hij zijn positie mag behouden. De directeur heeft er zelf ook zichtbaar spijt van, een traan wordt gelaten, een woord wordt weggeslikt en na een korte stilte volgt op de uitspraak: ‘Ik wou dat ik alleen met mijn vriendin was gaan lunchen’. En hij vervolgt: ‘ik ben ervan overtuigd dat ik mijn geloofwaardigheid toch nog voldoende behouden heb.’
Er volgen een aantal verzachtende woorden van de voorzitter van de RvC. ‘Een directeur is ook maar een mens. Ook hij is geen heilige’.
Maar de commercieel verantwoordelijke van datzelfde bedrijf, die dertig verkopers aanstuurt, wordt het werk nu wel bijzonder moeilijk gemaakt. Hoe kunnen zij nu de bedrijfsregels aannemelijk blijven handhaven, als de directeur dat zelf ook niet doet en dat zelfs de RvC daar geen passende maatregelen op neemt? Iedereen snapt dat de directeur weliswaar ‘ook maar een mens is en geen heilige is’, maar zij weten ook dat specifiek hij een hele andere, symbolische, zwaarte heeft ten opzichte van andere mensen. Hij is dus onmiskenbaar een mens, maar wel een mens op een speciale positie. Met een specifieke verantwoordelijkheid. Een positie waar elk uitgesproken woord tienmaal zwaarder weegt dan een woord van een ander in dat bedrijf. Een positie waar elke handeling tienmaal meer effect heeft dan elk ander in dat bedrijf. Een positie van waaruit ‘passende maatregelen’ tienmaal meer impact hebben op het leven van elk ander in dat bedrijf.
Met het aanblijven van de directeur heeft de RvC een belangrijk hefboomeffect over het hoofd gezien. Elk gesprek met klanten en medewerkers zal vanaf nu extra lading krijgen. Niet zozeer omdat de eindverantwoordelijke over de schreef is gegaan, dat is inderdaad menselijk, maar omdat hij aan mocht blijven en een afkeuring toch onwillekeurig in een goedkeuring kan worden uitgelegd.
Maar fouten maken mocht toch, ‘moest zelfs’ zeiden jullie?
Fouten maken moet. Dat klopt, maar dat zijn ‘fouten’ die voortkomen uit een proces van ontdekking. Voortkomen uit kleine stapjes en dus ook alleen maar kleine foutjes kunnen zijn. Fouten die voortkomen uit proberen, experimenteren en improviseren, maar altijd gericht zijn op ‘de bedoeling’ van het bedrijf.
De fout van deze directeur is een fout voortkomend uit (1) onvoldoende besef van de eigen verantwoordelijkheid. Voortkomend uit (2) onwetendheid van het feit dat elke handeling die een directeur doet en elk woord die een directeur doet tien keer zwaarder weegt dan elk ander in dat bedrijf. Een fout voortkomend uit (3) een gebrek aan inlevendheid, hoe onbedoeld ook, voor elk ander in het bedrijf dat wel moet zien te dealen met gesprekken zonder de gemakkelijke verleidingsmechanismen zoals cadeaus, lunches of andere voordeeltjes.
En een fout waarin je (1) onvoldoende besef van eigen verantwoordelijkheid toont, (2) je jezelf onwetend verklaart over de hefboomwerking en voorbeeldfunctie van jouw handelingen en woordgebruik en (3) een ernstig gebrek aan inlevendheid toont naar je eigen collega’s maken je weliswaar menselijk, maar ongeschikt als directeur.
En met deze wetenschap houd je de eer aan jezelf en maak je jouw plek vrij voor iemand die die verantwoordelijkheid wel kan dragen.
Grootheid is de prijs van verantwoordelijkheid.