Waarom mogen mijn vriendinnen wel later thuiskomen?

Waarom mogen mijn vriendinnen wel later thuiskomen?

Stel je een gezin voor waarin een tienerdochter, laten we haar Anna noemen, vriendinnen heeft die tot 2.00 uur ‘s nachts mogen uitgaan. Anna’s ouders hebben haar echter een strikte thuiskomsttijd van 12.00 uur middernacht opgelegd. Aanvankelijk lijkt de grens van 2.00 uur voor Anna en haar ouders buiten het bereik van wat acceptabel is. De norm (of het beleid midden in het ‘Venster van Overton’, zie illustratie) voor dit gezin ligt vast op middernacht.

Naarmate de tijd vordert, begint Anna gesprekken met haar ouders over de thuiskomsttijden van haar vriendinnen, wijst ze op de vertrouwensband die hun ouders met hen lijken te hebben, en benadrukt ze haar eigen verantwoordelijkheid en volwassenheid. In het begin staan haar ouders misschien weigerachtig tegenover het idee om de grenzen te verschuiven, maar door de voortdurende discussie en mogelijk het zien van positieve voorbeelden bij andere ouders, beginnen ze geleidelijk de mogelijkheid te overwegen.

Mogelijk besluiten Anna’s ouders aanvankelijk de regel iets te versoepelen, bijvoorbeeld tot 12.30 uur, om te zien hoe het gaat. Als Anna zich aan deze nieuwe regel houdt en verantwoordelijkheid toont, kunnen ze meer bereid zijn de regel verder aan te passen. Na verloop van tijd, door aanhoudende dialoog en het bewijzen van haar betrouwbaarheid, kan Anna’s thuiskomsttijd worden verschoven naar 1.00 uur of zelfs later, dichter bij de tijd die haar vriendinnen mogen thuis komen.

Het Venster van Overton (van wijlen Joseph P. Overton), een concept uit de politieke wetenschap, beschrijft de reeks ideeën die op een bepaald moment in de publieke sfeer acceptabel zijn. Dit concept kan ook worden toegepast op alledaagse situaties en sociale normen, zoals de tijd waarop tieners of jongvolwassenen thuiskomen na een avond uit. Het voorbeeld van hoe het Venster van Overton kan verschuiven in een gezinssituatie met betrekking tot de thuiskomsttijd is hierboven beschreven.

Naamloos 1 1

Dit proces illustreert het verschuiven van het Venster van Overton binnen het gezin van een strikte thuiskomsttijd van 12.00 uur naar een flexibelere tijd, zoals 2.00 uur ‘s nachts. Het toont aan hoe continue dialoog, de invloed van sociale groepen en het bewijs van volwassen gedrag de perceptie van wat acceptabel is, kunnen veranderen. De verschuiving vindt geleidelijk plaats, weerspiegelend hoe veranderingen in sociale normen vaak langzaam en door voortdurende interactie en aanpassing gebeuren. Dezelfde soort verschuivingen vinden plaats in de politiek. Verschuivingen van normen en beleid, van wat acceptabel is of als ondenkbaar wordt bestempeld, het kan allemaal in hele korte tijd veranderen.

 

Later ….. of nu?

Later ….. of nu?

Wanneer we geneigd zijn om iets egoïstisch te doen, iets kwetsends te doen of iets te doen dat alleen de korte termijn dient, kunnen we simpelweg besluiten het later te doen.

En wanneer het ons binnenvalt dat we misschien een nuttige bijdrage kunnen leveren of iets belangrijks kunnen doen, dan kunnen we het misschien nu doen.

Vrije vertaling van Seth Godin’s ‘Later or now?’

When we feel like doing something selfish, indulgent, hurtful or short-term, we can simply decide to do it later.

And when it occurs to us that we might be able to make a useful contribution or do something important, perhaps we could do it now.

Illustratie: Renevanmaarsseveen.nl

 

Dwarsliggers houden het spoor recht!

Dwarsliggers houden het spoor recht!

In de huidige tijd is het essentieel om grensoverschrijdend gedrag binnen organisaties aan te pakken. Maar de focus moet niet alleen liggen op het gedrag zelf, maar ook op de onderliggende emoties en hoe we hier constructief mee omgaan. “Dwarsliggers” van Aart G. Broek biedt waardevolle inzichten en aanbevelingen over het belang van tegenspraak en hoe dit positief kan bijdragen aan organisatieculturen.

Ten eerste benadrukt Broek het belang van het creëren van een omgeving waarin medewerkers zich veilig voelen om openlijk meningen en kritieken te uiten. Dit vraagt om leiderschap dat actief luisteren bevordert en empathie toont. Leiders moeten het voortouw nemen in het erkennen van de waarde van tegenspraak en het bieden van platforms waar deze constructief geuit kan worden.

Broek stelt ook voor om scholing en workshops aan te bieden die medewerkers trainen in het geven en ontvangen van feedback. Dit helpt bij het verminderen van de angst voor afwijzing en het ontwikkelen van een cultuur waarin leren en groeien centraal staan.

Verder benadrukt “Dwarsliggers” de noodzaak om te reflecteren op persoonlijke emoties en de manier waarop deze het gedrag op de werkvloer beïnvloeden. Door zelfbewustzijn en zelfregulatie te bevorderen, kunnen individuen constructiever bijdragen aan hun organisaties.

In de kern pleit Broek voor een aanpak waarbij tegenspraak niet alleen wordt getolereerd, maar gezien wordt als een essentiële bijdrage aan de veiligheid, innovatie en effectiviteit van organisaties. Door het faciliteren en waarderen van tegenspraak, kunnen we samen werken aan een cultuur die zowel de individuele als collectieve groei ondersteunt.