Pap, krijg ik ook geld voor mijn rapport?

Pap, krijg ik ook geld voor mijn rapport?

Ik las het artikel van Johannes Visser uit 2022 met de titel: ‘Geef je kind geen geld voor z’n rapport’ nog eens nadat mijn dochter Sofia van 10 vroeg waarom zij geen geld krijgt voor een rapport terwijl veel van haar vriendinnen dat wel kregen. Dat voelde oneerlijk voor haar. En het is ook best lastig uit te leggen want geld wordt vaker wel dan niet gegeven.

Hier enkele cijfers van het Nibud:

63 procent van de kinderen tussen 5 en 11 jaar krijgt rapportgeld voor hun rapport. 28 procent daarvan krijgt bij elk rapport rapportgeld, en 35 procent soms. Er wordt bij een goed rapport niet alleen geld gegeven, sommige ouders geven liever een cadeautje of andere beloning, ongeveer 24 procent. Zo’n 14 procent van de ouders geeft op geen enkele manier een beloning voor het rapport van hun kind.

Omdat het artikel in de correspondent voor een kind van 10 niet direct begrepen wordt en het voor mij ook nog niet zo makkelijk was om er eenvoud in te vinden, maar wel waarheid in zie, heb ik ChatGPT gevraagd een suggestie te geven voor een mogelijke uitleg. De inhoud sprak mij aan en misschien zijn er meer mensen die er iets mee kunnen.

Komt ie.

“Hey lieverd, weet je, sommige kinderen krijgen geld voor hun rapport omdat hun ouders denken dat dit hen helpt om harder te werken op school. Maar papa en mama denken daar een beetje anders over. Wij geloven dat leren en je best doen op school iets heel speciaals is, iets dat je voor jezelf doet omdat je er slimmer en handiger van wordt, niet omdat je er geld voor krijgt.

Stel je voor dat ik je elke keer geld zou geven als we samen iets leuks doen, zou je dan nog steeds met me willen spelen omdat het leuk is, of omdat je er geld voor krijgt? Het is een beetje hetzelfde met leren. We willen dat je leert omdat je nieuwsgierig bent en dingen wilt ontdekken, en niet omdat je er een beloning voor verwacht.

Maar dat betekent niet dat we je harde werk en je mooie rapport niet vieren! In plaats van geld, kunnen we samen iets leuks bedenken om te doen. Misschien een speciaal uitje, of een extra verwenmomentje, zoals een ijsje eten wanneer we maar willen, gewoon omdat we blij zijn en trots op je. Op deze manier vieren we de echte reden van leren en groeien, en dat is de vreugde van nieuwe dingen ontdekken en beter worden in wat je doet.

Wat denk je? Zullen we samen iets leuks plannen om te vieren hoe geweldig je het doet op school?”

Ik was best onder de indruk van het kernachtige betoog en het is inzetbaar. Op deze manier leg je de nadruk immers op de intrinsieke waarde van leren en het belang van het vieren van inspanningen op een manier die niet materialistisch is, maar wel betekenisvol en leuk.

Fotocredits: Internet, onbekend van wie de foto is.

Het gaat om wat je ziet. Niet wat je voor ogen hebt.

Het gaat om wat je ziet. Niet wat je voor ogen hebt.

Van iemand die slecht ter been is of een arm mist is vrij snel zichtbaar wat er ‘anders is’. Immers de meeste mensen lopen ‘goed’ en hebben ‘twee armen’. Dat wat het meest vaak voorkomt wordt als ‘normaal’ gezien en alles wat daarop afwijkt of anders is valt al snel in de categorie ‘niet normaal’. Of ernstiger ‘afwijkend’.

Maar eerlijk is eerlijk, gemiddeld genomen gaan we redelijk om met die verschillen die zichtbaar zijn. We verlagen bijvoorbeeld drempels en verbeteren de toegang voor flink wat openbare gelegenheden voor die mensen die daar gebruik van maken omdat hun verschil daar aanleiding toe geeft. En tegen iemand die blind is zullen we niet snel zeggen dat ie beter moet kijken. Het is duidelijk dat dat niet mogelijk is voor die persoon.

Toch is dat wel wat we zeggen tegen iemand waarvan het minder goed zichtbaar is wat er cognitief verschilt. Iemand die bijvoorbeeld niet goed rekent zal ‘beter moeten rekenen’ en iemand die niet goed leest zal ‘beter moeten lezen’. Het is niet duidelijk dat dat niet mogelijk is voor die persoon en is doe beter je best snel gezegd, maar een onmogelijke opgave. Zoals het voor een blinde persoon niet mogelijk is om beter te kijken.

Zolang we omgaan met verschillen blijft een norm leidend.

In deze video spreekt Marcel van Herpen daar inspirerend over. Hij noemt een voorbeeld van een kind dat cognitief minder goed meekomt en wil lijken op iemand in zijn klas met het Downsyndroom. Immers daarvan kunnen de meeste mensen net even beter inschatten wat er wel en wat er niet van kan worden verwacht. Het is iets beter ‘zichtbaar’, ondanks dat ook in het Downsyndroom natuurlijk zelf ook weer een wereld aan verschillen te zien is. Het zichtbare geeft je, als je net even verschillend bent van de rest in welke zin dan ook, enige herkenbaarheid. Het onzichtbare verschil lijkt, helaas, een verschil waar je je leven lang toe moet verhouden in plaats van het simpelweg te zijn.

Als we uitgaan van verschillen dan is een ‘norm’ niet meer leidend, maar zijn de verschillen simpelweg een mogelijkheid in een eindeloze reeks. Dan is er sprake van een realiteit die geen ‘last’ heeft van een ideaalbeeld. ‘Normering’ heeft in een ‘reeks van mogelijkheden’ geen vat, er is geen ‘ideaalbeeld’.

Het gaat om wat je ziet, en niet om wat je voor ogen hebt.

Over hoeden, kapsels en tatoeages.

Over hoeden, kapsels en tatoeages.

“Ik denk op drie manieren na over beslissingen: hoeden, kapsels en tatoeages.

De meeste beslissingen zijn als hoeden. Probeer er ééntje en als het je niet bevalt, leg je hem terug en probeer je een andere. De kosten van een ‘fout’ zijn laag, dus handel snel en probeer een aantal hoeden.

Sommige beslissingen zijn als kapsels. Je kunt een slechte misschien herstellen, maar dat gaat niet snel en je kunt je een tijdje een dwaas voelen. Dat gezegd hebbende, wees niet bang of terughoudend voor een slecht kapsel. Iets nieuws proberen is meestal een risico dat de moeite waard is om te nemen. Als het niet lukt, ben jij volgend jaar rond deze tijd al verder en dat geldt ook voor alle anderen.

Een paar beslissingen zijn als tatoeages. Als je ze eenmaal hebt gemaakt, moet je ermee leven. Sommige fouten zijn onomkeerbaar. Misschien ga je even verder, maar dan kijk je in de spiegel en wordt je opnieuw aan die keuze herinnerd. Zelfs jaren later laat de beslissing sporen achter. Als je te maken hebt met een onomkeerbare keuze, handel dan langzaam en denk goed na.”

Inspirerende vondst van James Clear die op zijn beurt weer geïnspireerd was door Tim Ferris om tot dit stuk te komen.