Afgelopen dagen stonden de media vol met de speech van Greta Thunberg. Er waren mensen die haar moed prezen en er waren anderen die werden afgeleid door de manier waarop ze haar boodschap bracht. De laatste groep leek ook steeds groter te worden. Ondanks dat ik de inhoud van het betoog, de moed en het doorzettingsvermogen van Thunberg kan waarderen begrijp ik tegelijkertijd heel goed waarom haar stijl en ‘maniertjes’ irritatie bij anderen kunnen oproepen.
Een heel andere stijl is die van bijvoorbeeld Roger Waters (Pink Floyd). Net zo’n activist als Thunberg, maar zijn boodschap is verpakt in zijn muziek. In kunst. Niet iedereen houdt van zijn muziek, maar toch raakt hij veel mensen met zijn stijl en zijn toonsoort. En verleidt hij zijn fans om de inhoud tot zich te nemen. Er zit kracht in muziek die universele waarden en gevoelens aanspreekt.
En ook Waters ondervindt veel tegenkracht. In zijn laatste album ‘Is this the life we really want’ spreekt hij zich zeer expliciet uit over mensen zoals Trump. En in zijn concerten worden varkens kunstig in verband gebracht met de, volgens Waters, ‘hersenloze Trump’. Het gevolg is dat de plaat in Amerika van de markt wordt gehouden. Het weerhoudt Waters er echter niet van de muziek gewoon ‘ten toon te spreiden’ en zijn activisme voort te zetten.
De wijze waarop je iets brengt kan helpen om de inhoud die je wilt overbrengen te dienen. Dat is immers toch de ‘bedoeling’ van een boodschap. Het raken van de mensen met je hart.
Wij zullen de impact van Thunberg’s betoog nooit benaderen. En ook een vergelijk met Roger Waters, hoe bescheiden ook, zou ons ongeloofwaardig maken. Toch proberen wij ook met een gevarieerde stijl onze boodschap over te brengen. Beeld voor de visueel geïnteresseerde. Taal die iedereen kan begrijpen. Voorbeelden die raken. Wetenschap in kunst gehuld. Oefeningen met betekenis. Prikkelende stellingen maar nooit snijdend. Humor en inhoud. Een universele lach en soms een traan. Een ‘toon waarmee wij onze muziek maken’.
Ok, een beetje humor ‘The Greta Thunberg Helpline’ om de mensen die Greta afserveren een koekje te geven. Van eigen deeg wel te verstaan:
“We are what we repeatedly do. Excellence then, is not an act but a habit” (Aristoteles)
Soms lees je iets dat binnenkomt als een kanonskogel. Een recent voorbeeld is het gedachtengoed van James Clear, met name uit zijn laatste boek ‘Elementaire Gewoontes’. In het kort zegt hij: als je wilt veranderen, kijk dan vooral naar wie je wilt zijn. Welke identiteit wil je hebben.
Hij geeft aan: ‘Werkelijke verandering is identiteitsverandering.’
Een voorbeeld:
In plaats van te zeggen ‘ik wil een boek schrijven’ als doel, kun je zeggen ‘ik wil schrijver zijn’ als identiteit. Het boek kan dan een logisch gevolg zijn, maar er zijn meerdere uitingsvormen van een schrijver. Een boek is een tijdelijk product van die identiteit. Of, in plaats van een marathon te willen lopen volgend jaar in New York als doel, kun je zeggen dat je een renner wilt zijn. Het verschil is dat je je acties niet langer afstemt op een korte termijn doel, maar op lange termijn bedoeling. Mét ontwerp van een ideale startsituatie. Je benoemt jouw ideale identiteit(en) en je dagelijkse acties en je gedrag komen voort uit het belichamen van die identiteit.
Heb je je identiteit eenmaal in beeld, focus je dan vervolgens niet langer op de finishlijn, maar besteedt tijd en energie aan de startlijn van een activiteit die logischerwijs bij die identiteit passen. Je verlegt je aandacht dus van ‘eindpunt’ naar ‘startpunt’ en je nieuwe (herhaalde) gedrag wordt een bewijs van jouw identiteit. In het kort gezegd: Wil je je einddoel halen, focus je er dan niet op.
In onze nieuwe workshop ‘Hoe dan? Doe dan!’ staan wij uitgebreid stil bij alles dat nodig is om jouw ‘doen en laten’ te optimaliseren en hoe je jouw invloed vergroot op iets waar je geen invloed op hebt.
Overigens als je niet aan je ideale identiteit werkt of wilt werken, dan werk je daarmee automatisch aan je huidige identiteit en ben je nu al wat je nu herhaaldelijk al doet of laat zien. Als je daarmee tevreden bent, hou het vooral zo.
De vakantie is voor velen weer voorbij en in Nederland is het nieuwe schooljaar weer begonnen. Dat betekent ook veel openingsactiviteiten van het schoolseizoen waar wij meer dan eens voor worden gevraagd om de aftrap te doen. Afgelopen week mochten het schooljaar starten voor een groep docenten van een middelbare school – we waren uitgenodigd om “Doen is de beste manier van denken” te doen. Een welkome afwisseling want de laatste tijd zijn we met name bezig geweest met onze nieuwste workshops “Zoek het zelf lekker uit” en “Hoe dan? Doe dan!”.
In “Doen is de beste manier van denken” laten we altijd de creativiteitsindex zien. Op je vijfde ben je op je creatiefst, daarna gaat het rap achteruit en pas rond je 65ste zie je weer een pijltje omhoog. Als we dan vragen aan het publiek wat een reden zou kunnen zijn waarom na het pensioen de creativiteit weer omhoog gaat, horen we vaak: “omdat je dan gaat doen wat je leuk vindt”. Dat gebeurde nu ook weer en het zette ons aan om deze blog te schrijven: er zijn blijkbaar nog erg veel mensen die niet doen wat ze leuk vinden en het gevoel hebben weer aan het werk te ‘moeten’. Gelukkig zijn er ook veel mensen die blij zijn dat ze weer aan het werk mogen. Voor de sessie begon kwam er bijvoorbeeld een docent naar ons toe die aangaf erg veel zin te hebben om eindelijk weer aan het werk te gaan. Zes weken vakantie was wat hem betreft veel te lang!
Natuurlijk is het onderscheid tussen ‘moeten’ en ‘mogen’ bij docenten niet anders dan bij alle andere beroepsgroepen in Nederland. En er zit ook een grote groep mensen tussen die noch het een, noch het ander vindt. Wat voor ons de doelgroep van docenten wel anders maakt, is dat zij in onze ogen een enorme inspiratiebron voor hun leerlingen zijn (of in elk geval zouden moeten zijn).
In “Doen is de beste manier van denken” vertellen wij ook over ‘na middernacht’, en hoe anders de maatschappij nu is dan enkele deccenia geleden. We moedigen iedereen aan het einde van de sessie ook altijd aan om één ding van al het gehoorde, ervarene en beleefde zo snel mogelijk zelf toe te passen. Bij het onderwijs onderstrepen we dat zij een extra verantwoordelijkheid dragen om hun leerlingen voor te bereiden op alles wat komen gaat.
En eigenlijk beperkt zich dat niet alleen tot docenten. Iedereen is in zekere zin verantwoordelijk voor een eigen toepassing én voor de omgeving waarin hij/zij zich bevindt. Als leidinggevende, maar ook als collega’s onderling op een afdeling of zelfs zzp’ers en hun netwerk.
Dus als jij ook weer ‘moet’ kijk dan vooral of je het leuker kan maken, in eerste instantie voor jezelf. En als je weer ‘mag’ zie dan in elke dag een mogelijkheid voor jezelf én voor anderen om het werk nog betekenisvoller te krijgen door zowel de bedoeling weer scherp te krijgen als een stap 1 te zetten in de richting van die bedoeling.
Veel werkplezier toegewenst!
Ben je benieuwd naar onze nieuwe workshops? Woensdag 20 november 2019 geven we ’s-avonds in ’s-Hertogenbosch beide workshops voor een aantal relaties. Stuur een van ons even een mail/app dan zorgen we dat je er ook bij kan zijn!
Stress. Oververmoeid. Opgebrand. Veel mensen hebben daar in meer of mindere mate mee te maken. Soms zijn de klachten zo erg dat we spreken van een burn-out. Eén op de 7 werknemers geeft aan opgebrand te zijn van zijn of haar werk. Nu hebben wij al vaker geschreven over hoe wij denken dat dat helemaal niet nodig is maar steeds vaker lezen we in blogs en artikelen ook ‘de oplossing’ om burn-out te voorkomen, namelijk gewoon meer ‘Nee’ zeggen. Simpel toch?
‘Nee is genoeg’, zegt het artikel dan. ‘Nee zeggen’ sterkt je zelfvertrouwen en voorkomt te veel werk en stress. Door nee te zeggen tegen de ander zeg je feitelijk ja tegen jezelf.
Nee zeggen is inderdaad sterk. Maar juist door context te geven, ook de reden waarom je nee zegt te geven, geef je de ander inzicht in het ‘waarom van de nee’. Zo kunnen ze voor een volgende keer inschatten of ze je weer een vraag kunnen stellen.
‘Nee, ik heb nu geen tijd – de volgende keer misschien wel.’
‘Nee, ik kan dat niet – misschien kan je beter aan die of die vragen.’
‘Nee, ik heb een betere oplossing – hier worden we allebei beter van.’
‘Nee, ik wil dat niet – het maakt me onzeker en ik kan de kwaliteit niet borgen’
‘Nee, ik wil dat niet – je doet me zeer en je bent mijn type niet’
Nee mét uitleg is soms lastiger, want je geeft een persoonlijk inkijkje. Het vraagt moed om méér dan alleen nee te zeggen. Maar je wordt er beduidend sterker van én de ander kan ook weer vooruit.
Dus nee, wat ons betreft alleen nee zeggen is niet genoeg!
Overigens is ‘nee’ niet automatisch een ‘ja’ in de goede richting. Als je weet waar je ‘ja’ tegen zegt is het duidelijker waar en waarom je ‘nee’ moet zeggen tegen activiteiten die niet in het verlengde van jouw ‘ja’ liggen.