Onlangs lazen we over een interessant psychologisch experiment van de Universiteit van Liverpool met een groep mensen aan wie gevraagd werd hoe hoog ze zichzelf zouden inschatten met betrekking tot hun kennis van de werking van fietsen. Op een schaal van 1 tot 7, waarbij 1 ‘niets’ was en 7 ‘alles’, schatten de meeste mensen hun kennis van fietsen redelijk hoog in. Vervolgens kregen ze de vraag om een technische schets van een fiets verder in te tekenen en de verschillende onderdelen te verbinden. Deze tekeningen werden door de kunstenaar Gianluca Gimini in een 3D tekening omgezet en toen bleek al snel dat de meeste fietsen onmogelijk de weg op zouden kunnen.
Opvallend is dat vooral de mensen die dachten dat ze wel wisten hoe een fiets werkt – die zichzelf een hoog cijfer hadden gegeven – er behoorlijk naast zaten met hun tekeningen. Een ketting die twee wielen verbond, of juist nergens aan vast zat. Een stuur dat aan het frame zat en dus niet kon draaien. Vaak denken we precies te weten hoe iets in elkaar steekt – en zitten we er mijlenver naast.
Wij noemen dit de illusie van kennis. Hoe meer je denkt te weten, hoe minder je ervan uit moet gaan dat je het weet. Al eerder schreven we over ‘na middernacht’ en dat is ook wat we hier bedoelen. De veranderingen gaan zo snel, veel sneller dan we bij kunnen houden, dat elke wetenschap, elk feit achterhaald kan zijn op het moment dat jij denkt er alles van te weten. Daarom zeggen we ook:
“Het ergste is niet dat je iets niet weet
maar dat je denkt het zeker te weten!”