“Mijn knie doet pijn. Doe er wat aan.”

“Mijn knie doet pijn. Doe er wat aan.”

Onlangs zaten wij bij de fysiotherapeut samen. Niet om behandeld te worden, al zou dat best kunnen, maar omdat deze fysiotherapeut een experiment wil aangaan. Een nieuwe manier van mensen behandelen: zonder ingewikkelde vergoedingen, maximaal aantal behandelingen en onnavolgbare verzekeraarsregels. En mét maximale motivatie, resultaatafspraken en eerlijke prijzen. Hij kwam bij ons om te vragen: hoe kan ik gaan werken met waardebepaling achteraf?

Hij wil veel meer op basis van de intrinsieke motivatie van mensen behandelen. Vaak komen patiënten namelijk bij hem en leggen hun probleem bij hém neer: ik heb mijn enkel verzwikt – los jij het op? Hij wil, samen met de patiënt, vooraf bekijken welk resultaat mogelijk is en de waarde van de behandeling koppelen aan het resultaat. 

Zijn tweede reden is dat hij minder afhankelijk wil zijn van verzekeraars. De verzekerde moet proberen vooraf in te schatten hoeveel behandelingen er plaats gaan vinden in een jaar. De verzekeraar schat in hoeveel behandelingen er in een jaar gedaan mogen worden, hoe lang ze mogen duren en wat er per behandeling gerekend mag worden. De werkelijkheid is altijd anders dan deze inschattingen en het is vaak aan de fysiotherapeut om dit dan maar op te lossen.

Deze fysiotherapeut is daarom op zoek gegaan naar het kleinst mogelijke stapje dat hij kon nemen. Hij gooit niet zijn hele praktijk om, maar begint met een klein experiment. Met één klant heeft hij afspraken gemaakt: Wat gaan we doen, welk resultaat willen we bereiken en welke waarde kunnen we daar aan koppelen. Na twaalf weken evalueren ze, kijken wat wel en niet gewerkt heeft en besluiten dan samen om door te gaan of te stoppen. Na Stap 1 komt immers een nieuwe Stap 1.

Zou jij mee kunnen en willen gaan in zo’n experiment en kun jij inschatten hoeveel jouw gezondheid je waard is?

… z’n mondje is alleen te groot

… z’n mondje is alleen te groot

Mijn (Arthur) dochter Sofía kwam recent thuis met haar rapport. Ze is net 5 geworden. Natuurlijk volgde daar ook een 10-minutengesprek op. In dat gesprek vertelde ik de juf dat het enige dat ik echt interessant vond in dat rapport haar persoonlijke reflectie op Sofía was. Cijfers en/of t/v/o zeggen (mij) niet zo veel, zeker niet op die leeftijd. Veel liever hoor ik hoe creatief, eigenzinnig, verbeeldend en/of origineel Sofía is op school. Maar ja, dat zijn geen ‘toetsingscriteria’. Taal wel. Cijfers en rekenen wel. 

Ik moest terugdenken aan de tijd dat ik nog in loondienst werkte en soms weken intense arbeid besteedde aan het schrijven van aanbestedingen. De gunning van zo’n ‘tender’ ging ook op basis van ‘harde criteria’ en cijfers, waarbij eigenlijk iedereen wist dat de laagste prijs uiteindelijk de doorslag gaf. Het gebrek aan inspirerende professionele subjectiviteit vanuit vakmanschap en de nadruk op de valse zekerheid die de zogenaamde objectieve criteria en cijfers geven, verarmen de opdracht en verschralen de relatie. Door de weging van factoren krijg je nooit de beste opdrachtnemer, maar blijf je altijd in een grijs gemiddelde zweven. 

Het ergste is het ontbreken van de mogelijkheid een relatie op te bouwen. Een criterium als ‘persoonlijke klik’ is cruciaal maar telt niet mee. ‘Het meest spannende voorstel’, originaliteit, verbeelding of het stellen van de juiste vragen leveren je geen punten op. De mogelijkheid om vragen te stellen kun je niet goed inzetten als onderscheidend vermogen, omdat alle vragen anoniem worden gemaakt en antwoorden naar elke aanbieder terugkomen.

Op Sofia’s rapport staan prima beoordelingen. Straks bij het eindrapport bepaalt het gemiddelde van al haar cijfers of ze ‘over’ mag. Ik twijfel er niet aan dat dat gaat lukken, maar liever zie ik of ze vooruitgaat in creativiteit, of ze blijk geeft van inlevingsvermogen en of ze een beetje vrij kan denken en dat ook laat zien. Cijfers, criteria en objectiviteit… ik ruil ze graag in voor een persoonlijke reflectie op wat haar uniek maakt. 

In de foto mijn rapport toen ik in de 1eklas zat van de ‘lagere school’. Toen een ‘aandachtspunt’ en het heeft mij 50 jaar gekost om dat mondje weer gewoon te gebruiken. Mijn oren waren knalrood en geknakt van de grote knuisten van de hoofdmeester die mij geregeld aan mijn oren dragend in de hoek zette, maar ik ben blij dat ie opmerkte dat m’n mondje te groot was ;-). Kan ik dat mooi nu in mijn blog gebruiken, dank Meester Hoogeveen. Veel te vroeg gestorven helaas.

Maak je niet druk!

Maak je niet druk!

Sinds een paar maanden rij ik (Patrick) elektrisch. Dat was natuurlijk vanuit het oogpunt van duurzaamheid, maar ook heel erg uit nieuwsgierigheid. Wat brengt elektrisch rijden mij, en wat geef ik ervoor op? Ik dacht dat ik me vooral druk zou maken over op tijd opladen en ‘het halen van mijn bestemming’. Afgelopen week kwam ik thuis na een skivakantie in Frankrijk met mijn vrouw en drie kinderen. Ik weet nu wat het rijden van een Tesla mij vooral brengt: onthaasting.

Over heel veel dingen hoef ik namelijk niet meer na te denken. Het rijden is supercomfortabel. De auto beschikt over een heel constant vermogen, dus een helling neemt ie net zo makkelijk als de snelweg. Remmen hoeft bijna niet meer: het gaspedaal iets minder indrukken is voldoende. En vooral handig: ik vertel de auto waar ik heen wil, en hij geeft aan waar onze eerste stop is om weer op te laden. Zelfs de auto vindt: na stap 1 komt stap 1 😉

En op deze manier halen we heel veel haast-gevoel uit onze reis. De terugreis bijvoorbeeld zijn we om half zes in de ochtend begonnen. Rond half acht zijn we gestopt om wat te ontbijten. Op ons gemak, want de auto heeft tijd nodig om op te laden. Maar wat een stress, drukte en haast in het hotelrestaurant om ons heen! Gezinnen op weg naar of terugkomend van vakantie, die gehaast een croissant naar binnen duwen en koffie en jus d’orange half laten staan. Snel snel, voordat we in de file komen. Opschieten, want anders komen we te laat aan. Nu weg, want stel je voor….

De auto heeft mij geleerd (of gedwongen?) om niet meer in die haast-stand te staan. Om mij over te geven aan de tijd die de reis duurt, waardoor het uiteindelijk niet meer uitmaakte of we nu reden of stilstonden. Ja, we hebben er veel langer over gedaan, maar toch voelde het niet zo. De reis was echt onderdeel van de vakantie. We hebben ons uiteindelijk zestien uur en bijna 1200 km niet druk gemaakt. Dat kon ook sneller, 13 uur zou ook haalbaar moeten zijn, maar dit voelde nu prima. Op naar de volgende reis!