Laatst kwamen we op internet een prachtig verhaal tegen van een Chinese boer (door Alan Watts verteld). Het raakte ons omdat het op een heldere manier uitlegt dat na een willekeurige gebeurtenis nog niet zo makkelijk vast te stellen is of het nou een goede of een foute gebeurtenis betrof. ‘Maybe!’ Er is domweg een nieuwe situatie ontstaan met onverwachte nieuwe mogelijkheden en/of onmogelijkheden.
De wijze boer maakte in elk geval geen plan naar aanleiding van de dingen die hem overkwamen. Hij keurde ze niet af en niet goed. Je kunt van elke situatie iets vinden – goed of fout – maar elke situatie levert een nieuwe set parameters die je kunt inzetten voor de volgende stap. Na stap 1 komt stap 1.
Het geven van een oordeel – het benoemen van de situatie als goed of fout – is in feite hetzelfde als het diskwalificeren van de werkelijkheid zoals die zich voordoet. Mooi citaat in deze sfeer: ‘Managers hebben er een hekel aan als de werkelijkheid voor of achter loopt op hun planning’
Wat zich voordoet, doet zich simpelweg voor. Tegelijkertijd zien we veel mensen enorm worstelen om die werkelijkheid te proberen te beïnvloeden. Dat heeft volgens ons te maken met de neiging om een door hen gewenste werkelijkheid te willen creëren. En plannen daarvoor als gereedschap in te zetten.
Het moeilijk kunnen accepteren van de werkelijkheid heeft waarschijnlijk ook te maken met de angst dat de volgende stap tot een ongewenste of nog erger, onbekende, situatie zou kunnen leiden. Maar zoals het verhaal van de boer laat zien, kan ook een ‘ongewenste’ situatie de kiem zijn voor een nieuwe, mogelijk ‘wel gewenst’ gevolg. Werkelijkheid laat zich niet vangen in een plan.
‘Angst voor het onbekende’ kan ook verlammend werken in het zetten van een nieuwe stap, omdat mensen graag willen weten waar ze op uit gaan komen. Maar wie het hier en nu, de werkelijkheid zoals deze is, weet te aanvaarden, durft ook een stap te zetten zonder te weten waar hij uitkomt.
De toekomst blijft een raadsel en de kunst is het zo laten zijn. En vervolgens de illusie, van het met plannenmakerij oplossen van het raadsel, te leren doorzien.
(Of zouden nieuwe ontwikkelingen als ArtificiëIe Intelligentie en Predictive Analysis daarin verandering kunnen brengen?)
Moderne auto’s zijn voorzien van veel technologische snufjes. Denk aan adaptive cruisecontrol, achteruitrijcamera, blinde hoekdetectie, satellietnavigatie, parkeerhulp tot aan zelfrijdende functies. Geweldig, al die technische ontwikkelingen!. Ze maken het ons een stuk makkelijker.
En tegelijkertijd intrigeert het ons ook dat het weliswaar veiliger lijkt, al die hulpmiddelen, maar dat we ons er tegelijkertijd heel afhankelijk van maken. Dat merken we aan onszelf als we eens in een leenauto rijden zonder al die techniek. Als je piepjes gewend bent bij achteruit inparkeren schrik je je wezenloos als je ineens die piepjes niet hoort en bijna tegen een muur staat. Hoe meer techniek, hoe kwetsbaarder we worden, omdat we gehecht raken aan die biepjes, camera’s en andere systemen.
De Nederlandse verkeersdeskundige Hans Monderman (1945-2008) was zelfs van mening dat hoe meer we de verantwoordelijkheid aan systemen toevertrouwen, hoe fragieler we worden. Hij heeft verschillende experimenten gedaan waarbij hij verkeerstekens, -lichten en -borden verwijderde en zo probeerde de verkeersdeelnemers te stimuleren meer op elkaar te letten (social controls). Deze experimenten waren zo succesvol dat hij er wereldfaam mee verwierf. Veel van zijn verkeerspleinen zijn veiliger dan de pleinen waar verkeerslichten (technical controls) de verkeersstroom regelen.
Wij zijn het met Hans Monderman eens. Technische systemen zorgen ervoor dat je steeds meer in een soort comfortzone terecht komt, en het je alertheid en oplettendheid verkleint. Het contact dat je zou moeten hebben met medeweggebruikers wordt nu overgenomen door sensoren en verkeerslichten, waardoor je de vaardigheid verliest om zelf te reageren.
Wij denken dat we in veel gevallen de ‘technical controls’ weer naar ‘social controls’ moeten terugbrengen: direct contact met je medeweggebruikers en samen bepalen wat de veiligste volgende stap in het verkeer is. Een voorbeeld daarvan is het Keizer Karelplein in Nijmegen, dat zo afwijkend is van andere rotondes, dat het daarmee uitnodigt om alerter te zijn. Maar ook in Drachten is veel van het werk van Hans Monderman terug te vinden.
Al die nieuwe technologie – waar ook wij met onze voorliefde voor technologie niet gemakkelijk nee tegen zeggen! – lijkt heel logisch en tegelijkertijd ontneemt het ons iets. Het maakt je fragiel en afhankelijk en je verleert en verliest er belangrijke vaardigheden door.
Wij zijn wel benieuwd hoe jij daar tegenaan kijkt? Moeten we de technologie meer regie geven over onze verkeersveiligheid? Of moeten we alerter zijn en weer contact maken met mensen in plaats van verkeerslichten?
’s Ochtends op het schoolplein is het een komen en gaan van ouders die hun kinderen brengen. Sommigen heel vroeg, sommigen op het nippertje. Sommigen relaxed, sommigen met paniek in de ogen omdat ze nog zoveel moeten doen. Maar allemaal brengen ze hun kinderen op tijd naar school.
Vergelijk dat eens met een gemiddelde vergadering. Hoeveel vergaderingen die jij bijwoont beginnen op tijd? Hoeveel mensen komen vijf, tien of soms zelfs vijftien minuten te laat binnen? En wat zegt dat over die vergadering? Vaak is het niet eens overmacht, maar hadden de laatkomers eerst nog ‘iets belangrijkers’ te doen. Hoe belangrijk is dus die vergadering? In onze ogen maakt dat die vergadering overbodig.
Wij denken dat het ook te maken heeft met de druk die we onszelf opleggen door de hele dag door alle vergaderingen strak op elkaar te plannen. Zo geef je jezelf geen ruimte om dat wat in een vergadering besproken is ook daadwerkelijk te gaan doen. En pik je die tijd af van andere vergaderingen, waar je dus te laat – of helemaal niet – komt. En zo zit je al snel in een cyclus van tijd vullen met vergaderingen die niet belangrijk zijn, om dingen niet te doen die wel belangrijk zijn.
Hoe anders is dat op het schoolplein, en thuis. Daar geven we onze kinderen het goede voorbeeld – niet te laat komen! Daar zorgen we dat ze op tijd op school en op hun andere afspraken zijn. En daar zijn ook stilzwijgende afspraken over, en consequenties voor het niet naleven daarvan. Net zoals vroeger in de collegezaal: als je te laat was, dan trof je een dichte deur.
Met vergaderingen hebben we dat eerst ook nog geprobeerd. Wie te laat kwam, moest de volgende keer saucijzenbroodjes meenemen. Maar behalve dat dit ons gewicht niet ten goede kwam, bleek het ook niet vol te houden. Stilzwijgend zijn er geen afspraken meer als het gaat over vergaderingen. En dat lijken we met z’n allen maar gewoon te accepteren.