In wat voor wereld leef jij het liefst: geordend of ongeordend?

In wat voor wereld leef jij het liefst: geordend of ongeordend?

Je linker- en je rechterhersenhelft hebben nogal verschillende voorkeuren. Links wil graag ordening, ratio en logica. Rechts is meer van de verbeelding, het experiment en zelfs een beetje chaos. Dat is niets nieuws voor de meeste mensen. Dus als wij aan een zaal vragen: “Wie is er fan van een geordende wereld?” steekt ongeveer de helft z’n hand op. De andere helft voelt zich beter bij een ongeordende wereld.

Wat veel mensen niét weten, is dat binnen de geordende en ongeordende werelden ook nog weer verschillende domeinen bestaan. (Vrij naar het Cynefin-framework en komt oorspronkelijk van Dave Snowden). Snowden geeft aan dat de geordende wereld twee domeinen kent: een ‘simpel‘ domein , waar oorzaak en gevolg logisch en verklaarbaar zijn. Voorbeeld: Je draait de kraan open en er komt water uit; je draait ‘m dicht en het water stopt. Het tweede domein in de geordende wereld is het gecompliceerde domein, waar oorzaak en gevolg ook logisch zijn, maar waar enige analyse nodig is om dat te ontdekken. Voorbeeld: tijdens het rijden gaat er een lampje op je dashboard branden. Je rijdt naar de garage en die onderzoeken de auto en lossen het op. De geordende wereld is overzichtelijk en logisch; de wereld ook van de standaardisatie. Het is een wereld ook waarin de meer behoudende en conservatieve mensen zich thuisvoelen.

Daarnaast is de ongeordende wereld en ook die kent twee domeinen. Het domein van de chaos: oorzaak en gevolg hebben hierin geen enkele relatie. Het tweede domein is het complexe domein, waar oorzaak – gevolg alleen achteraf logisch vast te stellen is, maar nooit vooraf te voorspellen is. Het is het domein van bijvoorbeeld weersvoorspellingen en waar meer dan drie mensen met elkaar samenwerken. Het grote aantal variabelen hierin maakt voorspelbaarheid praktisch onmogelijk.

In deze complexe ongeordende wereld kunnen wel patronen ontstaan op het moment dat een achteraf vastgestelde ‘oorzaak – gevolg-relatie’ vaker voorkomt. Deze patronen kun je dan overbrengen naar de geordende wereld om te kijken of je ze kunt optimaliseren: goedkoper, sneller, efficiënter.

De geordende en ongeordende wereld hebben een sterke wisselwerking. In de maatschappij geniet de geordende wereld veel aandacht en gaat veel van onze tijd en energie naar businesscases, best practices en plannen. Maar wij willen ook graag een lans breken voor de ongeordende wereld en het meer erkenning geven, al is het alleen maar om dat we – zeker ná middernacht – meer moeten improviseren en experimenteren.

De oproep in deze blog is om diegene die van een geordende wereld houden daar vooral in te laten excelleren, maar ook een tweede liefde aan te bieden namelijk die van de ongeordende complexe wereld. Net zoals de fans van een ongeordende wereld zich thuis moeten blijven voelen in weinig tot geen structuur en de geordende wereld omarmen als nuttige en noodzakelijke aanvulling op hun wereldbeeld.

De meeste hersenen bestaan uit twee delen die goed samenwerken. En ben je meer van de ene hersenhelft dan van de andere, geniet ervan, zet het in en zoek iemand op die precies het tegenovergestelde heeft. We hebben elkaar immers hard nodig om in balans te blijven.

We hebben er wel eens een videotje van gemaakt jaren geleden.

Elke dag triage voor het beste resultaat

Elke dag triage voor het beste resultaat

Pas geleden zagen wij een online college van de Universiteit van Nederland, “Hoe vernietig je met je spaargeld je eigen toekomst?” Het college van Kellie Liket (Erasmus Universiteit) gaat over wat er gebeurt met je spaargeld dat je aan goede doelen geeft en welke impact dat kan hebben op je eigen toekomst. Een college vol leermomenten, waarvan er in elk geval één ons Vrije Denkers-hart heeft geraakt.

De docent begint met een persoonlijk verhaal, hoe zij met haar gevallen zoontje in de wachtkamer zit van een ziekenhuis, en zich afvraagt waarom andere mensen eerst mogen. Het verhaal erachter, dat zij ook vertelt, is dat de artsen in een ziekenhuis elk moment triage doen: een inschatting van de spoed van elke cliënt. Dit heeft te maken met hun bedoeling om levens te redden, en een inschatting van welke actie het meeste bijdraagt aan het invullen van die bedoeling.

Voor ons is het duidelijk; eigenlijk zou iedereen elke dag triage moeten doen. Het voorbeeld uit het college (welk goede doel geeft de meeste waarde over de langst mogelijke termijn?) is voor ons ook toepasbaar in de dagelijkse praktijk. Maak voor jezelf duidelijk waar je het voor doet (de bedoeling), kijk naar wat de meeste waarde heeft in wat je wil bereiken en maak vervolgens een keuze. De meeste acties zijn het gevolg van automatisch gedrag, en als Vrije Denkers willen we steeds weer mensen bewust maken: is er een andere stap mogelijk die meer waarde levert? Zo ja, néém dan die stap.

En besef ook dat niet alle stappen in één keer genomen hoeven te worden. Maak het kleinst mogelijke stapje in de richting van je bedoeling. Wil je je huis milieuvriendelijker maken? Kijk dan naar wat de meeste waarde oplevert en zet die stap eerst. Er is geen goed of fout, alleen maar een bewuste keuze. En een stap 1 in de richting van de bedoeling.

Teamgevoel behouden in ‘het nieuwe werken’?

Teamgevoel behouden in ‘het nieuwe werken’?

Onlangs spraken we iemand wiens bedrijf net had besloten om naar een nieuw gebouw te verhuizen en daar ook gelijk ‘Het Nieuwe Werken’ toe te passen. Zijn zorg zat vooral in het moeten bewaren van het ‘teamgevoel’, aangezien in de nieuwe situatie mensen niet meer per definitie bij hun eigen teamgenoten zouden zitten. Het Nieuwe Werken betekent namelijk werken waar, wanneer én met wie je wilt.

De overgang van traditioneel werken naar het nieuwe werken heeft als gevolg dat mensen bij collega’s gaan zitten met wie ze op dat moment samenwerken. Zo ontstaan flexibele teams, vanuit een gezamenlijke taak of verantwoordelijkheid. Maar vaak wordt van bovenaf toch krampachtig vastgehouden aan vaste teams als een hiërarchische eenheid in een organogram. Met een vaste taak, vaste mensen en de uitdaging van het behouden van het ‘teamgevoel’.

Hoewel het nieuwe werken allang niet nieuw meer is, is het nooit echt vernieuwend geweest. Het is vaak ingezet als bezuinigingsslag, uitgaande van wat er al is (teams en taken en managers), in een verantwoordingsstructuur met rapportages en missies en budgetten. Wanneer je niet alleen je werkomgeving maar ook je mensen kunt loslaten, en uitgaat van de bedoeling (zie ook…) dan wordt je organisatie niet 10% beter, maar 10x beter.

Werken vanuit de bedoeling is werken aan waarde in de richting van die bedoeling, en niet om doelen te halen. Zo ontstaan er vanzelf flexibele teams, waarbij het teamgevoel ontstaat vanuit het samen waarde creëren. Dus stel vast met elkaar wat de bedoeling is en vertrouw op je mensen, dat ze weten wat ze doen, waar en met wie; want zoals Mattieu Weggeman zegt: een vakmens doet liever iets goed dan fout.

‘Wat heb je geleerd vandaag?’ ‘Ik weet het niet meer’ ‘Niks!’.

‘Wat heb je geleerd vandaag?’ ‘Ik weet het niet meer’ ‘Niks!’.

Sofía van vier gaat sinds kort naar school. Ze krijgt hier tweetalig onderwijs. Op mijn vraag wat ze vandaag geleerd heeft zijn haar twee standaard antwoorden: “Ik weet het niet meer” of “Helemaal niks”. Maar soms merk ik dat er toch iets bijzonders gebeurt, zoals ze afgelopen weekend bijvoorbeeld spontaan alle dagen van de week in het Engels begint te zingen. Wij wisten niet wat wij hoorden. Het gaat zo natuurlijk en zo vloeiend, dat ik weer besef dat de ‘learning curve’ het hoogste is als je jong bent. En dan is het best wonderlijk dat je in Nederland in veel gevallen  pas les krijgt in bijvoorbeeld andere talen, als die natuurlijke vaardigheid van leren gehalveerd is.

Taal en klankschema’s zou je zo jong mogelijk aan moeten leren, omdat je die op latere leeftijd nauwelijks of zelfs niet meer kunt ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor specifieke vermogens, zoals ontdekken, leren, samenwerken, innoveren en leiden. Op jonge leeftijd is het brein het flexibelst en het beste ingericht op leren, dus waarom leggen we in het onderwijs niet meer nadruk op de stijlste leercurve? Daarbij hebben we het niet over het stampen van kennis, hoewel de ‘tafels van vermenigvuldiging’ bijzonder handig zijn als parate kennis. Maar we denken dat het vooral gaat om al op jonge leeftijd bepaalde vaardigheden aan te leren, zoals het ontdekkend vermogen, het lerend vermogen, het samenwerkend vermogen, het leidend vermogen en het innoverend vermogen.

Basiskennis is zeker nodig en nuttig, maar wie bovenstaande vermogens als kind goed heeft ontwikkeld, leert die feitelijke kennis ook op latere leeftijd sneller. Kennis vanuit overzicht en samenhang is ook veel beter te plaatsen. Iets dat pas later ontwikkelt. Het gaat steeds om de balans. Nu ligt de nadruk vaak op ‘content’, terwijl wij vinden dat er ook aandacht voor de ‘context’ moet zijn. Vermogens dus, meer richten op het stellen van de juiste vragen die voortkomen uit passie en nieuwsgierigheid dan het routinematig leren beantwoorden van standaard vragen gericht op een standaard curriculum en navenant dus standaard diploma.

Met ‘standaard kennis’ laat je zien dat je iets weet op het moment dat je een diploma wilt halen, maar met een vermogen kun je iets in elk moment, je hele leven lang.

Ik herinner mij van vroeger dat als mijn moeder mij vroeg naar of ik het leuk heb gehad ook niet verder kwam dan ‘Ja’ of ‘nee’ zonder verdere verklaring. Als kind had ik geen zin om dat wat in vorige momenten aan plezier zat nog eens uit de herinnering te herhalen. Het is een soort tweedehands theoretisch plezier overbrengen. Moet je eens proberen ;-).